WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1750 - 1799

1757

De dagelijkse hoogste en laagste temperatuur waren lange tijd van groot belang. De eerste praktische thermometers die dit registreerden werden vervaardigd door de Britse wetenschapper Lord Charles Cavendish (1704-1783), waarbij hij alcohol gebruikte als thermische vloeistof. Door hun omvang kon men ze echter moeilijk transporteren. Voor het werk dat hij geleverd had voor het ontwikkelen van thermometers, kende de Royal Society hem in 1757 de Copley Medaille toe.

1767

De Amerikaanse instrumentenmaker David Rittenhouse (1732-1796) fabriceerde een metalen pocket-thermometer, waarbij hij een bi-metaal strip gebruikte.

1768

De Schotse huisarts John Rutherford (1695-1779) vond enkele thermometers uit. De kleinste was een spirit-thermometer die een conische glasindex bevatte met zijn punt naar de bol. De grootste was een eenvoudige kwikthermometer met een conische index uit ivoor.

1778

De Nederlandse natuurkundige Jan Henri van Swinden (1746-1823) vergeleek in zijn eindwerk zo maar eventjes 71 verschillende temperatuursschalen.

1782

De Britse wetenschapper James Six of Canterbury (1731-1793) vond de gecombineerde maximum- en minimum-thermometer uit die zijn naam kreeg. In zijn huishoudelijke vorm is dit waarschijnlijk de meest gekende van alle meteorologische instrumenten. Als thermometrische vloeistof gebruikte hij alcohol, die in een relatief grote bol zat. Het kwik dat hij eraan toevoegde, werd enkel voor de aanduiding gebruikt en zat ingesloten tussen twee volumes alcohol.

1790

De Schotse arts James Currie (1756-1805) was de eerste die voor de behandeling van tyfus koude baden voorschreef. Hij controleerde de lichaamstemperatuur van zijn patiënten en paste daarmee de frequentie van de koude baden aan.

De thermometer in de vorm van een kikker werd door de Amerikaans/Britse fysicus Benjamin Thompson (1753-1814) uitgevonden, die eveneens bekend is onder zijn naam Count Rumford.

1794

De door 'l’Assemblé Français'  opgerichte Commissie van maten en gewichten besliste in 1794 dat de thermometrische graad 1/100 zou zijn voor de afstand tussen het vriespunt en stomend water (waarbij het woord centigraad ontstond). In oktober 1948 kende de 'IX Conference of Weights and Measures' de Celsiusgraad toe aan deze eenheid. De thermometer van Celsius zou slechts weinig gebruikt zijn, als de Franse Revolutie de wereld het metrieke systeem niet had gegeven en indien de Commissie van de Gewichten, door de Conventie in het leven geroepen, in 1794 niet beslist zou hebben dat de "thermische graad het honderdste deel van de afstand tussen ijs en kokend water" moest zijn.