In januari 1997 stemde de Portugese overheid een wet, die de terugbetaling van elke vorm van Telegeneeskunde aanvaardde.
In Turkije startte het National Medical Communication Network Project (UMEDIA), een samenwerking van de Scientific & Technological Research Council of Turkey (TUBITAK) en een civiele organisatie. Spijtig genoeg faalde het project wegens financiële problemen. Twee jaar later werd de Turkisch Medical Informatics Association opgericht en nog eens vier jaar later sponsorde de Turkse staat een eerste telegeneeskundig project.
De lente-editie 1997 van de American Telemedicine Association News Digest citeerde de volgende wetgevende acties van sommige staten in verband met telegeneeskunde:
Arizona nam een wet aan die Telegeneeskunde definieerde, die geïnformeerde goedkeuring vereiste en die specifiëerde dat verzekeraars geen face-to-face contact konden eisen tussen aanbieder en patiënt.
Arkansas trok vier miljoen dollar uit voor eLearning en telegeneeskunde.
Californië veranderde haar wettelijke kader voor de Telemedicine Development Act van 1996, zodat telefoongesprekken tussen patiënten en aanbieders niet beschouwd werden als telegeneeskunde. Telegeneeskunde moest binnen het praktijkbereik van de provider liggen en veranderde niets aan de juridische parameters van de aanbieder.
Hawaiï keurde een wet goed betreffende gemeenschappelijke regels voor out-of-state providers.
Illinois verplichtte een vergunning voor het beoefenen van telegeneeskunde. Er werd ook een haalbaarheidsstudie gedaan om te bepalen of telegeneeskunde nuttig kon zijn voor huisgebonden patiëntenen en plattelandsbewoners.
Mississippi eiste een staatslicentie voor het beoefenen van telegeneeskunde, behalve als een in Mississippi gelicentiëerde provider om overleg vroeg;
Texas wilde een betaalsysteem instellen voor telegeneeskunde en dit implementeren als het Texas Medicaid-system. Particuliere verzekeraars konden de dekking van telegeneeskunde niet ontkennen, en voor deze vorm van gezondheidszorg werden eigen risico's en co-betalingen geëist. Ook de geïnformeerde goedkeuring en vertrouwelijkheid was een eis.
In 1997 oordeelde de Amerikaanse arts Charles Smith dat de tijd rijp was om het gezondheidszorg-patroon te veranderen. Daarom moedigde hij zijn patiënten aan om zelf meer controle te nemen over hun gezondheid. Het was de start van eDocAmerica, dat patiënten en hun familieleden onbeperkte e-mail toegang gaf tot de door de raad van bestuur gecertificeerde artsen, psychologen, apothekers, tandartsen, diëtisten en fitness-deskundigen, die persoonlijk alle gezondheids-gerelateerde vragen beantwoordden. Op die manier werden de gebruikers beter geïnformeerd. Andere diensten omvatten een 24-uur telefoonlijn met advies van geregistreerde verpleegsters, bepalingen van gezondheidsrisico’s, wekelijkse gezondheidstips, persoonlijk gezondheidsdossier, 3D gezondheidsencyclopedie, enz.. Met eDocAmerica ontvingen de deelnemers vertrouwelijke beslissingsondersteuning. eDocAmerica was een privaat bedrijf dat via de Bioventures business incubator ontstond aan de University of Arkansas for Medical Science.
Op 30 juni 1997 stemde Maleisië een wet, die het beoefenen van Telegeneeskunde in dat land omschreef. De wet bepaalde dat de beoefenaar een gecertifiëerde arts moest zijn. Het door de Malaysian Medical Council uitgereikte certificaat was drie jaar geldig. De wet bepaalde ook dat het niet voldoen aan deze vereiste een boete van 125.000 dollar opleverde en/of een gevangenisstraf van vijf jaar. Het niet respecteren van de confidentialiteit van de patiëntgegevens in het elektronisch dossier werd bestraft met een boete van 25.000 dollar en/of een gevangenisstraf van twee jaar.
Van 30 juni tot 4 juli 1997 werd in de Portugese hoofdstad Lissabon het eerste Telemedicine Symposium voor ontwikkelingslanden gehouden. Dit wereldsymposium wilde onderzoeken of deze nieuwe technologie een verbetering was van de medische zorg voor patiënten in rurale en afgelegen gebieden van ontwikkelingslanden.
In augustus 1997 verleende de Amerikaanse National Council of State Boards of Nursing zijn goedkeuring aan een erkenningsmodel voor verplegingslicentie. Onder dit begrip kwamen de bestuurders van de verpleegkunde overeen, om in de richting van een interstaten-overeenkomst te werken. Met een vergunning konden geregistreerde verpleegkundigen daardoor hun beroep uitoefenen in eender welke staat die de overeenkomst aanvaard had, op voorwaarde dat de wetten en voorschriften van die staat werden nageleefd.