WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1993

Nadat hij in 1989 onder leiding van de European Communities en samen met l’Université Paul Sabatier en l’Hôpital Universitaire de Toulouse het European Institute of Telemedicine had opgericht, kon Professor Louis Lareng (1923-2019) ook de Franse regering ervan overtuigen om een regionaal netwerk voor Telegeneeskunde uit te bouwen. Het experiment groeide uit tot de Public Interest Group Network Telemedicine and e-Health. Als pioneer van de convergentie tussen Telegeneeskunde en e-Health was Professor Lareng vanaf 2006 betrokken bij het bevorderen van een Electronisch Medisch Dossier en bij de ontwikkeling van een regionaal platform voor gedeelde diensten, een voorbode van de regionale Digital Health Environment (ENRS).

Begin 1993 werd in de Verenigde Staten het Remote Clinical Communications System (RCC's) ingezet, om vanuit een draagbare INMARSAT terminal WRAMC berichten en onbeweeglijke gedigitaliseerde beelden te verzenden. Hiervoor gebruikte men telecommunicatie met smalle bandbreedte (9600 bps) om vanuit het buitenland CT-beelden terug te sturen naar de VS voor neurochirurgisch en neuroradiologisch overleg. Hoge resolutie kleurenbeelden van medische aandoeningen vergemakkelijkten de consultaties van dermatologie, besmettelijke ziekten, computertomografie, radiologie en preventieve geneeskunde. Vanuit Somalië werden dertien maanden lang 248 beelden van 74 gevallen verzonden. Dankzij deze telegeneeskundige consultaties vermeed men op deze manier heel wat lucht-evacuaties van patiënten of on-site  chirurgische ingrepen. De plaatselijke artsen omschreven de RCC's als betrouwbaar, gebruiksvriendelijk en flexibel en als een waardevol instrument voor klinische ondersteuning. Het systeem toonde ook aan dat geen dure mogelijkheden van video-teleconferencing onontbeerlijk zijn voor heel wat soorten van telegeneeskundige consultaties. In zijn geheel benadrukte deze ervaring de potentiële waarde van internationale telegeneeskunde.

In de Verenigde Staten telde men 28 grote centra voor telegeneeskunde, in 1993 waren die goed voor 1.759 teleconsultaties. De verleende diensten boden support aan dialysepatiënten, teleconsultaties in dermatologie, neurologie, pediatrie, oncologie, psychiatrie, evenals verschillende vormen van telediagnose of telezorg in neuroradiologie, cardiologie, gastro-enterologie, orthopedie, spraakbehandeling en reumatologie.

In de Verenigde Staten en Canada noteerde men in 1993 2.250 consultaties via real-time videoconferentie. Duizend van die consultaties hadden betrekking op nierdialyse en werden door één enkele Texaanse arts uitgevoerd.

De professionele organisatie Indian Association for Medical Informatics (IAMI) zag het levenslicht. Ze zou in India een belangrijke rol spelen in de promotie en het verderzetten van informatica-applicaties in het domein van gezondheidszorg.

Het Noorse Ministerie van Health and Social Affairs duidde het University Hospital of Tromsø (UHT) aan als nationaal competentiecentrum voor Telegeneeskunde. NKO-arts Steinar Pedersen was de oprichter ervan. Meteen werd het departement bij heel wat projecten betrokken en de normale diensten betroffen pathologie, dermatologie, otorhinolaryngologie, psychiatrie, geriatrie, radiologie, e-learning, cardiologie en neurologie. Pedersen startte ook de International Conferences on Medical Aspects of Telemedicine.

De eerste van die International Conferences on Medical Aspects of Telemedicine werd in Tromsø gehouden en was de aanzet voor het oprichten van de International Society for Telemedicine. Een groep deskundigen besprak de mogelijkheden om een internationale gemeenschap te vormen. Het geheel stond toen nog in zijn kinderschoenen en door de uiteenlopende belangen en contrasterende ideeën van de deelnemers, bereikte men op dat ogenblik nog geen consensus over een draaiboek.

Een volgende serieuze inspanning voor het oprichten van een netwerk voor Telegeneeskunde kwam met de opstart van VTMEDNET door Julie McGowan, Director van de Dana Medical Library aan de University of Vermont en John Evans, Associate Dean van het UVM College of Medicine. VTMEDNET was een op tekst gebaseerd systeem dat in 1995 echt van start ging. Alle toeleveranciers van de staat Vermont hadden toegang tot e-mail, tekst-gebaseerde web-browsing, de mogelijkheid om via medLine zoekopdrachten te doen en klinische informatie op te sporen. Het was een van de eerste, zo niet het eerste systeem dat het hele land dekte.

De eerste telegeneeskundige toepassingen via Internet gebeurden via een store-and-forward mode. Een eerste voorbeeld was dat van een medisch team uit Londen, dat voor een chirurgische opinie ultrasound-beelden van een foetus doorzond naar het Foetus Treatment Program van San Francisco.

In de Verenigde Staten noteerde men twaalf actieve Telegeneeskunde programma’s, het aantal verdubbelde jaarlijks terwijl de programma-activiteiten of het aantal consultaties vanaf 1995 verdrievoudigde.

Samen met het Jet Propulsion Laboratory van de NASA uit Passadena startte het telerobotica-laboratorium van de Politechnico uit Milaan met experimenten in het domein van de telechirurgie. Op die manier werd in 1995 de eerste prothetische biopsie uitgevoerd bij mensen.

In april 1993 startte de University of Miami School of Medicine/Jackson Memorial Hospital (JMH) een interactief Telegeneeskunde-project tussen het JMH en het Martin Luther King, Jr., Clinica Campesina (MLK), in Homestead, Florida. Het doel hiervan was om medische zorgen te verstrekken aan arbeiders-migranten en hun familie. Gedurende iedere sessie evalueerden de dermatologen Anne E. Burdick (1952-) en Brian Berman (1949-) van de UM School of Medicine tien tot vijftien patiënten. De toestellen werden door AT&T, Hitachi, Telecom, Sony en Southern Bell geschonken. De patiëntenpopulatie bestond voor 75% uit volwassenen en voor 25% uit kinderen. Ze waren doorverwezen door drie kleinere klinieken in de Everglades, Redland en door het South Dade werkkamp voor migranten. Dank zij deze videokliniek vermeden de patiënten een trip van zes uur, waardoor ze hun loon of job niet kwijt raakten. Het instrumentarium bestond uit video-camera’s, draagbare desktop-monitors en aangepaste bedrading voor Integrated Services Digital Network (ISDN) lijnen. De teledermatologie-kliniek werd in oktober 1994 actief en tijdens de eerste vijf maanden werden achttien teleconsultaties uitgevoerd. De diagnoses leverden gevallen op van dermatophystosis, impetigo, contact dermatitis, alopecia, acne en pruritus. De consultatietijd varieerde van tien tot vijftien minuten.

L’Hopital Universitaire van Lille en twintig hospitalen in Zuid-West Frankrijk gebruikten een videoconferencing systeem voor het uitwisselen van gegevens over teleneuroradiologie.

Operation Primetime van de Verenigde Staten leverde telegeneeskundige ondersteuning aan haar militaire medische eenheden in Macedonië en Croatië. In 1995 werd de werking via Primetime II geupgraded met een 30-voudige verhoging van de bandbreedte, waardoor de kwaliteit van de medische beelden aanzienlijk verhoogde. Er werd T-1 asynchronische transfert-mode (ATM)-technologie gebruikt voor o.a. ultrasound met kleurendoppler.

In de Verenigde Staten begonnen Medicare, Medicaid en Blue Cross Blue Shield met de terugbetaling van telegeneeskundige consultaties van 'arts tot arts' tussen de Georgia Health Sciences University en het Dodge County Hospital in Eastman, Georgia.