WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1992

Oprichting van de American Telemedicine Association (ATA), die in 1996 al 490 leden telde. De vereniging stelde zich tot doel om via telecommunicatie- en informatie-technologie professionele, ethische en rechtvaardige verbetering te promoten in het aanbieden van gezondheidszorg. Dat wilde ze bereiken met de volgende middelen:

  1. Opleiding over en bespreking van Telegeneeskunde met regering, betalers en publiek

  2. Het verstrekken van een uitwisselingsplaats voor informatie en diensten voor zowel neofieten als ervaren professionelen.

  3. Het bevorderen van netwerking en samenwerking tussen geallieerde belangen in de geneeskunde en de technologie

  4. Het promoten van onderzoek, innovatie en onderwijs

  5. Ontwikkeling en verspreiding van het beleid en de standaarden

  6. Zorgen voor een sterke financiële basis van de vereniging om werking te ondersteunen

  7. Het creëren van bewustmaking en ondersteuning van de consument

De nood voor een Telemedicine and Advanced Technology Research Center (TATRC) werd in 1990 erkend, toen de Army and Air Force medical departments samen een tot dan toe onbestaand filmloos medisch diagnostisch beeldsysteem (filmless medical diagnostic imaging system MDIS) wilden ontwikkelen. Op 1 november 1991 werd Luitenant-kolonel Fred Goeringer tot project officer van het MDIS benoemd. In 1993 sloot ook de Navy zich aan bij het project en werd de Medical Advanced Technology Management Office (MATMO) opgericht. MATMO werd beter bekend onder de naam DOD 'Telemedicine Test Bed', nadat het Amerikaans leger in 1994 werd aangesteld als uitvoerder van de Telegeneeskunde.

In maart 1996 volgde Kolonel Gary Gilbert van het US Army Medical Service Corps zijn voorganger Kolonel Goeringer op als Director. In 1997 werd Kolonel Jeffrey Roller van het US Air Force Medical Corps benoemd tot Clinical Director en daarmee volgde hij Kolonel Gilbert op, die bevorderd werd tot MRMC Deputy. In 1998 werd MATMO gereorganiseerd en hernoemd tot het Telemedicine and Advanced Technology Research Center (TATRC). Kolonel Roller bleef Director tot aan zijn pensioen in october 2006, waarop Kolonel Karl Friedl van het US Army Medical Service Corps die taak overnam. TATRC speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van geavanceerde technologieën op het vlak van gezondheidinformatica, medische beeldvorming, mobiele computing en monitoring vanop afstand. Het gebruik van deze geavanceerde technologieën bewees in 1993 zijn nut, toen Luitenant-kolonel Ronald Poropatich de systemen gebruikte tijdens de Operation Restore Hope in Somalië. Tussen 1993 en 1996 ondersteunde het Walter Reed Telemedicine Directorate tertiaire hulp via Telegeneeskunde en werd het in twaalf landen tijdens militaire medische missies toegepast. Op dat ogenblik beheerde TATRC jaarlijks meer dan 250 miljoen US dollar, vooral dank zij de financiële steun van het Amerikaanse Congres en ruilde het zijn oorspronkelijk bureel in Fort Detrick, Maryland voor kantoren in Georgia, Californië, Hawaii en Europa voor een meer globale aanwezigheid. Heel belangrijk voor TATRC was het partnership met verschillende universiteiten, commerciële ondernemingen en andere federale instellingen, waarmee zo’n vijfhonderd onderzoeksprojecten liepen.

De International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) ontwikkelde codes om pathologieën te klasseren, samen met een brede waaier van tekens, symptomen, abnormale bevindingen, klachten, sociale omstandigheden en externe oorzaken van kwetsuren of ziektes. Dank zij het systeem, kon elke gezondheidstoestand aan een unieke categorie worden toegekend en werd er een code gegeven die tot zes karakters lang kon zijn. Zulke categorieën konden een set van gelijkaardige ziekten bevatten. De International Classification of Diseases werd door de World Health Organization (WHO) gepubliceerd en wereldwijd gebruikt voor morbiditeits- en mortaliteitsstatistieken, terugbetalingssystemen en geautomatiseerde beslissingsondersteuning in de geneeskunde. Het systeem werd ontwikkeld om een internationale vergelijking te promoten in het verzamelen, behandelen, rangschikken en presenteren van statistieken. De ICD is een kern-rangschikking van de WHO Family of International Classifications (WHO-FIC). De ICD werd periodiek gereviseerd. De ICD-10 werd in 1992 ontwikkeld om mortaliteitsstatistieken te traceren. ICD-11 was voorzien voor 2015 en werd gereviseerd volgens de Web 2.0 principes. Jaarlijkse minimale aanpassingen en driejaarlijkse grotere aanpassingen worden gepubliceerd door de WHO. ICD is een onderdeel van een 'familie' van richtlijnen die gebruikt kunnen worden om elkaar te complementeren, met inbegrip van de International Classification of Functioning, Disability and Health, die focust op de domeinen van functioneren (onbekwaamheid) geassocieerd met gezondheidstoestanden, vanuit zowel medisch als sociaal oogpunt.

In 1992 startte ook IJsland met Telegeneeskunde in zijn gezondheidszorg.

In het Royal Victoria Hospital van Belfast startte een project over Minor Injuries Telemedicine Care, die een ISDN 128Kb/s verbinding gebruikte en waaraan zes verschillende centra verbonden waren.

Officiële erkenning van de Hospitalisation à Domicile (HAD) in Frankrijk, dank zij de decreten van oktober 1992.

In de Verenigde Staten werd de College of Healthcare Information Management Executives (CHIME) opgericht, een professionele organisatie om de ontwikkelingsnoden van de gezondheidsindustrie te helpen en om een beter gebruik van informatiebeheer in de gezondheidszorg te verdedigen. Het was een zijtak van de Healthcare Information and Management Systems Society (HIMSS) en het Center for Healthcare Information Management (CHIM).

De East Carolina University (ECU) startte in het Central Prison van Raleigh met telegeneeskundige consultaties. De volgende elf jaar groeiden de diensten en de infrastructuur met de steun van de universiteit, University Health Systems (UHS), landelijke gezondheidszorg, en meerdere subsidies en contracten. In de loop van de jaren ontving het Telegeneeskunde-programma van de ECU nationale erkenning, door deelte nemen aan de leiding van de American Telemedicine Association, zowel in het bestuur als in de Special Interest Group Chairs. Het ontving telezorg-gerelateerde erkenningen en publiceerde peer-reviewed artikelen in medische tijdschriften.

In Noorwegen werd het eerste EPMR gelanceerd, een elektronisch medisch dossier voor huisartsen.

Rapportering van de eerste trans-telefonische monitoring (TTM). De verzonden data bevatten geprogrammeerde VT/VF detectiecriteria en –therapieën, status van de batterij, laadtijd, episode-counter en therapie-logs voor ventriculaire aritmieën. Tijdens dit onderzoek vond men een volledige overeenkomst tussen data verkregen via TTM en data verkregen via de standaard follow-up. Trans-telefonische monitoring was een nuttige aanvulling voor het patiëntenbeheer, maar TTM steunde ook op de actieve medewerking van de patiënt, die een speciaal toestel over zijn pacemaker moest plaatsen. En dit bleek wel eens moeilijk bij de meerderheid van de patiënten, waardoor TTM in Europa minder aanvaard werd, omdat de afstanden tot ziekenhuizen er korter zijn dan in de USA of Canada.

In de Verenigde Staten lanceerden Professor Burton D. Rose (1942-2020) en dokter Joseph Rush (1950-) UpToDate, een evidence based, peer-reviewde medische informatiebron op het web. Die informatiebron was beschikbaar voor zeventien medische specialiteiten en bevatte meer dan 97.000 pagina’s tekst en 385.000 referenties. De website werd door 400.000 artsen uit 147 verschillende landen bezocht. De gegevens waren ook beschikbaar op PC’s of PDA, werden geschreven door 4.400 artsen en handelden over 8.500 topics, die om de vier maanden gepubliceerd werden. Er was ook een database van medicamenten beschikbaar evenals een reeks medische calculators.