WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1970 - 1974

1970

In de Verenigde Staten startte de NASA met het subsidiëren van onderzoeksprojecten over Telegeneeskunde.

LifeLine van Sudbury, het oudste 24/7 centrum van Noord-Amerika, veranderde zijn naam in Telecare Centre.

In Frankrijk noteerde men vijftien regionale centra voor Telegeneeskunde.

In de Verenigde Staten startten de U.S. Public Health Service en het Department of Defense het Digital Imaging Network project for Teleradiology.

De Amerikaanse cardioloog Daniel David startte met het telefonisch doorzenden van ECG events voor het monitoren van arrythmieën en voor het opsporen van ischemie bij cardiale 'hoog risico' patiënten, waarmee hij op grote schaal klinische studies deed. Vooral een multicenter studie over het effect van event monitoring op morbiditeit en mortaliteit bij post-myocard-infarct patiënten, toonde voor het eerst aan dat trans-telefonische ECG-bewaking de plotse dood van deze patiënten aanzienlijk verminderde.

"De data-collectie van wat er thuis gebeurt, wordt enorm belangrijk voor het uittekenen van nieuwe wegen in de behandeling van patiënten. Telehealth, telecare zal de volgende stap zijn in de behandeling van patiënten,” aldus Dr. David na zijn experimenten.

Met de hulp van Professor Cardiologie Daniel David werd in 1988 de firma Cardiomedix Inc. opgericht, die zich toelegde op de commercialisering van trans-telefonische ECG-event-monitoring.

De artsen van de National Aeronautics and Space Administration (NASA) noteerden dat

"fysiologische functies van astronauten in de ruimte konden met succes gemonitord worden door artsen op aarde.

Wetenschappers, ingenieurs en contractanten van de NASA ontwikkelden daarvoor gesofistikeerde telemetrie- en telecommunicatie-systemen voor biomedische applicaties.

De Nasa omschreef drie domeinen die hen interesseerden:

  • Telegeneeskunde applicaties van de NASA

  • Telegeneeskunde applicaties in rampgebieden

  • Telegeneeskunde in thuisgezondheidszorg

1971

Start van de Telegeneeskunde in Japan via een gesloten televisiesysteem.

In 1971 koos de National Library of Medicine’s Lister Hill National Center for Biomedical Communication 26 sites in Alaska, om na te gaan of een betrouwbare communicatie de gezondheid in deze gebieden kon verbeteren. Men gebruikte daarvoor de in 1966 gelanceerde ATS-1, de eerste satelliet uit een hele reeks door de NASA gelanceerde Applied Technology Satellites.

1972

De Health Care Technology Division van de U.S. Department of Health, Education and Welfare (HEW) sponsorde zeven onderzoeksprojecten over Telegeneeskunde:

  1. Illinois Mental Health Institutes in Chicago, 

  2. Ohio's Case Western Reserve University in Cleveland,

  3. Massachusetts' Cambridge Hospital,

  4. Illinois' Bethany/Garfield Medical Center in Chicago,

  5. Minnesota's Lakeview Clinic in Waconia, 

  6. Dartmouth Medical School's INTERACT in Hanover, N.H., 

  7. Mount Sinai School of Medicine in New York City.

1973

De U.S. National Science Foundation (NSF) sponsorde twee nieuwe projecten over Telegeneeskunde:

  1. Boston Nursing Home project voor geriatrische patiënten

  2. Miami-Dade project tussen Florida's Dade County en Miami's Jackson Memorial Hospital.

Lancering van het Arizona Telemedicine Program in de Verenigde Staten.

Het door de NASA uitgedachte en gesponsorde STARPAHC-project, samengesteld door de Lockheed Missiles and Space Corporation en beheerd en geëvalueerd door de US Indian Health Service, werd bij de Papago indianen opgestart. Het oorspronkelijke budget was 4,26 miljoen dollar. Het project gebruikte geavanceerde technologie om medische diensten te verlenen aan de indianen in het reservaat. Het STARPAHC-systeem omvatte een controlecentrum dat in het Indian Health Service hospital van het Papago reservaat gelokaliseerd was en dat bemand werd door een arts en een systeemoperator. In het vijftig kilometer verder gelegen Santa Rosas was een kliniek die bemand was met een assistent-arts.
Er was ook een mobiele gezondheidseenheid waar een assistant-arts en een labo-technicus aanwezig waren en die uitgerust was met medische toestellen, zoals ECG en RX. Tenslotte waren er in het Indian Health Service hospital in Phoenix heel wat specialisten aanwezig waarnaar verwezen kon worden. Een tweeweg-videosysteem met audio- en data-communicatie verbond de eenheden met elkaar en werd vooral gebruikt voor een diagnose op afstand. Het project liep van 1973 tot 1977 en leverde de volgende besluiten op:

  • NASA en de Indian Health Service demonstreerden de organisatorische en technologische capaciteit om vanop afstand medische zorgen te verstrekken aan een populatie.

  • De aanpak, de design en de implementatie van deze manier van zorgverstrekking was efficiënt en hield beloftes in voor andere situaties.

  • De efficiëntie van telemetrie op afstand en van niet tot arts opgeleid personeel in het voorzien van medische zorg werd bewezen.

  • De samenwerking en planning van alle deelnemers vooraf kon model staan voor andere projecten.

Tijdens het eerste internationale congres in Ann Arbor, Michigan besprak men de toenmalige Amerikaanse activiteiten op het vlak van telegeneeskunde. Aan de orde waren de technische specificaties van de systemen, de economische en psychologische effecten en de wetenschappelijke evaluatie van de programma’s. Het hoogtepunt van de conferentie was de presentatie van een interactief televisieproject dat de Logan International Airport van Boston koppelde aan het Massachusetts General Hospital.

In Duitsland startte men een veiligheidsnet via de telefoon voor alleenstaande senioren. Een hospitaal in Wilhelmshaven zorgde voor de ambulante behandeling van oudere mensen en wierf voor dat doel veertig tijdelijke krachten aan, waarvan de auto’s en de fietsen met zend-en ontvangst-apparatuur waren uitgerust.

Start van Telehealth in de University of Miami met een financiële sponsoring van de National Science Foundation als onderdeel van een nationaal programma RANN (Research Applied to National Needs). Professor Jay Sanders leidde het project. Het was het eerste opvoedkundig programma in de Verenigde Staten en het eerste waarbij verpleegsters gebruikt werden. De objectieven van het programma waren:

  • De zorgkwaliteit van de verpleegsters evalueren in de telegeneeskundegroep vergeleken met een traditioneel zorgsysteem met artsen.

  • Het beoordelen van de technologie vanuit een functioneel standpunt

  • Het evalueren van het systeem vanuit psychologisch menselijk standpunt

  • Het vergelijken van de kosten van de telegeneeskunde versus de klassieke behandeling.

Het Jackson Memorial Hospital fungeerde als middelpunt voor de Dade County Jail, het Women’s Detention Center en de Men’s Stockade.

1974

De ATS-6 (Applications Technology Satellite-6) werd gelanceerd, die nieuwe en uitgebreide mogelijkheden verschafte voor het gebruik een hele reeks nieuwe ruimtecommunicatiesystemen. De enorme bandbreedte opende een nieuw tijdperk voor de Telegeneeskunde.

Om de minimale vereisten van een televisiesysteem te kunnen bepalen voor een accurate telediagnose, voerde de NASA een studie uit met de SCI Systems van Houston. Er werd een hoge kwaliteits-videotapes gemaakt van een door een verpleegster uitgevoerd medisch onderzoek, die via een gesloten TV-circuit door een arts gesuperviseerd werd. Deze videotapes werden elektronisch en systematisch gedegradeerd tot minder dan de uitzendkwaliteit. Deze originele videos werden dan gerandomiseerd aan geselecteerde artsengroepen getoond en die slaagden er in om een juiste diagnose te stellen. De in het 'Final Report: Video Requirements for Remote Medical Diagnosis' (SCI Systems, Inc., 1974) gerapporteerde resultaten luidden:

  1. Statistische significantie tussen de gemiddelden van het standaard zwart-wit en de mindere kwaliteit van systemen vonden niet plaats tot de resolutie werd teruggebracht tot minder dan 200 lijnen of tot de frame rate onder de 10 frames per seconde was;

  2. Er was geen significant verschil in de totale diagnostische resultaten als de picturale informatie gewijzigd werd;

  3. Er was geen significant verschil in de behandeling op afstand die schade zou veroorzaakt hebben aan patiënten;

  4. De aanvullende studie van de transmissie van 25 gevallen die gebruik maakten van de via televisie doorgezonden radiografische film toonde geen diagnostische verschillen tussen de tv-evaluaties en directe evaluaties als de tv-evaluaties boven de tweehonderd lijnen waren en speciale optische lenzen en scanning technieken werden gebruikt.

De eerste projecten met Telegeneeskunde bewezen hun groot voordeel, maar de uitrusting was duur en eerder omslachtig.

De Belgische Vereniging voor Medische Informatica of de Belgian Society for Medical Informatics werd opgericht om in België de medische informatiewetenschap en –technologie te promoten en te ontwikkelen. Als wetenschappelijke vereniging lag de focus van haar activiteiten in het verbeteren van de communicatie tussen onderzoekers en ontwikkelaars in het domein van medische computing en telematica.