Psoriasis (psoriasis vulgaris) is een chronische auto-immuunziekte: de ziekte wordt veroorzaakt door de eigen lichaamsafweer die reageert tegen de eigen huidcellen. De juiste oorzaak en het werkingsmechanisme van het ontstaan van de ziekte en de letsels zijn nog niet helemaal gekend.
Psoriasis komt vrij vaak voor (ongeveer 1 op 50 mensen heeft psoriasis) en is niet besmettelijk. Er schijnt wel een genetische aanleg te bestaan voor psoriais: de ziekte komt vaker voor in sommige families.
Psoriasis kan ook ontstaan als gevolg van letsels, infecties of medicijnen. Waarschijnlijk hebben deze patiënten wel al een voorbeschiktheid tot het ontwikkelen van psoriasis.
Er is een verhoogde kans op psoriasis bij rokers en bierdrinkers.
Psoriasis leidt tot een snellere deling, een slechtere rijping en een verstoorde schilfering van de huidcellen.
Psoriasis leidt tot rode plekken op de huid met witte huidschilfers of plaques.
Typisch is dat de plaques scherp zijn afgelijnd van de omringende huid en dat de huidschilfers loskomen bij krabben en er op die plaats bloeddruppeltjes kunnen verschijnen.
Veranderingen aan de nagels komen voor in ongeveer de helft van de patiënten: putjes in het nageloppervlak, gele verkleuring en brokkelige nagels.
Soms ontstaan ook gewrichtsklachten bij psoriasispatiënten: psoriatische artritis.
Naast de klassieke psoriasis vulgaris bestaan ook andere vormen van psoriasis:
Psoriasis wordt typisch behandeld met zalven en crèmes. Meestal bevatten ze corticosteroïden om de immuniteitsreactie tegen te gaan, of vitamine D preparaten.
Behandeling van psoriasis met laserlicht is erg effectief en heeft geen bekende nevenwerkingen.
Behandeling met UV licht is ook effectief maar kan bijwerkingen geven. Dit type van behandeling kan via speciale technieken of eenvoudigweg door te zonnen. Het is raadzaam om de UV blootstelling niet te overdrijven wegens de mogelijk ernstige bijwerkingen (verbrandingen, huidkanker).
Ernstige gevallen van psoriasis en psoriatische artritis worden behandeld met oraal ingenomen medicijnen die de immuniteit regelen.