De ziekte van Parkinson is een vaak voorkomende neurodegeneratieve aandoening. Het veroorzaakt progressief verlies van spiercontrole, wat leidt tot trillen van de ledematen en het hoofd bij rust, stijfheid, traagheid en verminderde balans. Als de symptomen verergeren, kan het moeilijk zijn om te lopen, praten, en om eenvoudige taken te voltooien.
De ziekte begint meestal op de leeftijd van 60 jaar of ouder, maar kan ook vroeger beginnen.
Mannen zijn 2 keer zo vaak aangetast als vrouwen.
Parkinson wordt veroorzaakt door een verlies van dopamine-producerende cellen waaruit een tekort aan dopamine ontstaat in een hersengebied (de substantia nigra). Het dopamine is een neurotransmitter en staat in voor de uitwisseling van zenuwsignalen in de hersenen.
Het is niet duidelijk wat het verlies aan de dopamine producerende cellen veroorzaakt. Er schijnt een vorm van Parkinson te bestaan die familiaal gebonden is wat een genetische oorzaak doet vermoeden, maar in het merendeel van de gevallen (85%) zijn er geen andere gevallen in de familie bekend.
Hoofdtrauma en blootstelling aan sommige giftige stoffen zoals pesticiden zijn een risicofactor op de ontwikkeling van Parkinson.
De eerste symptomen van de ziekte van Parkinson hebben alle betrekking op vrijwillige en onvrijwillige spierbewegingen en beginnen meestal aan één zijde van het lichaam. Symptomen zijn eerst mild en na verloop van tijd zullen deze vorderen.
Kenmerkende motorische symptomen zijn de volgende:
Terwijl de belangrijkste symptomen van de ziekte van Parkinson bewegingsgerelateerd zijn, kan progressief verlies van spiercontrole en verdere schade aan de hersenen leiden tot secundaire symptomen. De belangrijkste zijn ter hoogte van het autonome zenuwstelsel dat instaat voor onvrijwillige bewegingen (obstipatie, urineverlies, verhoogde plasdrang), psychisch (angst, onzekerheid, stress, verwardheid , geheugenverlies, dementie, depressie) en zintuiglijk (verminderd reukvermogen, zichtproblemen).
Een diagnose van de Ziekte van Parkinson - met name in de vroege fase - kan een uitdaging zijn vanwege gelijkenissen met aandoeningen met gerelateerde bewegingsstoornissen en andere aandoeningen met Parkinson-achtige symptomen.
Aan de hand van de symptomen kan een waarschijnlijkheidsdiagnose gesteld worden als:
De ziekte van Parkinson kan niet genezen worden. Met medicijnen kan men de symptomen verbeteren en de progressie afremmen.
De meest gebruikte behandeling is het innemen van levodopa, dat door de hersenen tot dopamine wordt omgezet.
Andere medicijnen en chirurgische ingrepen kunnen nodig zijn.
De ziekte van Parkinson is niet fataal maar de gemiddelde levensverwachting van een Parkinson patiënt is iets lager dan die van andere mensen. De ziekte kan namelijk leiden tot fatale complicaties zoals longontsteking (door verslikkingspneumonie - voedsel dat in de luchtpijp komt) en vallen.
De ziekte kent een progressief verloop waarbij de symptomen steeds erger worden. Mits goede behandeling wordt de progressie echter vertraagd.