Nefrotisch syndroom is een nieraandoening die leidt tot een te hoge uitscheiding van eiwitten in de urine (proteïnurie). De oorzaak is meestal schade in de kleine bloedvaten (glomeruli) in de nieren waar de nieren de afvalstoffen uit het bloed filteren.
Het nefrotisch syndroom is geen op zich zelf staande ziekte maar een klinisch beeld dat het gevolg is van een onderliggend probleem.
Er zijn verschillende oorzaken die kunnen leiden tot (secundair) nefrotisch syndroom. De belangrijkste ziektes zijn suikerziekte, lupus, amyloïdose, hartfalen en andere nierziektes.
In de meeste gevallen is de oorzaak echter onbekend. Men spreekt dan van primair of idiopathisch nefrotisch syndroom.
Nefrotisch syndroom is een zeldzame aandoening. Het komt meestal voor bij volwassenen en vaker bij mannen.
De eiwitten in het bloed hebben een belangrijke functie om het water in de bloedvaten te houden. Bij eiwitverlies kan dan ook oedeem in de weefsels optreden: bij oedeem treedt te veel water uit de bloedbaan en stapelt het zich op in de weefsels, meestal de lager gelegen weefsels (door de inwerking van de zwaartekracht) zoals enkels en voeten. Dit gaat ook gepaard met gewichtstoename door meer water in het lichaam.
De urine kan schuimig zijn.
Nefrotisch syndroom kan leiden tot bloedklonters, hoge cholesterol, gewichtsverlies, hoge bloeddruk, nierfalen en infecties.
De diagnose wordt gesteld door het aantonen van de eiwitten in de urine. Dit kan met een eenvoudige urinestik.
Men zal nadien trachten de oorzaak te achterhalen door andere onderzoeken.
Nefrotisch syndroom wordt behandeld door de onderliggende ziekte aan te pakken.
De gevolgen van nefrotisch syndroom vereisen vaak behandeling met medicijnen tegen hoge bloeddruk, plaspillen om het overtollige water af te voeren, bloedverdunners tegen bloedklonters en cholesterolmedicijnen.
Primair nefrotisch syndroom wordt behandeld met corticosteroïden of andere immuniteitsonderdrukkende medicijnen.
Een strikt dieet is noodzakelijk.