Het Marburg virus is een lid van de familie filovirussen en is nauw verwant aan het ebola virus. De verspreiding (Centraal-Afrika) en de ziekteverschijnselen (virale hemorragische koorts) tussen beide virussen vertonen ook sterke gelijkenissen.
Net zoals ook bij ebola het geval is zijn er sterke aanwijzingen dat vleermuizen het natuurlijke reservoir zijn voor het virus. De meeste uitbraken kunnen herleid worden tot een bezoek aan een grot of mijn waar een bepaalde vleermuissoort leeft.
De besmetting gebeurt voornamelijk van mens op mens door rechtstreeks contact met besmette lichaamsvloeistoffen zoals uitwerpselen, braaksel en bloed.
Het eerste beschreven geval van Marburg stamt uit 1967 en deed zich voor in een laboratorium in West-Duitsland waar geïnfecteerde proefapen uit Oeganda de bron van infectie bleken.
Sindsdien heeft men 2 types van het virus onderscheiden:
Sinds de ontdekking van het virus in 1967 werden de volgende uitbraken geregistreerd:
jaartal | plaats | aantal gevallen | aantal doden | sterfte percentage | marburg type |
1967 | Marburg, Frankfurt (West-Duitsland) en Belgrado (Joegoslavië) | 31 | 7 | 23% | Marburg |
1975 | Rhodesië en Zuid-Afrika | 3 | 1 | 33% | Marburg |
1980 | Kenia | 2 | 1 | 50% | Marburg |
1987 | Kenia | 1 | 1 | 100% | Ravn |
1988 | Soviet-Unie (lab-ongeluk) | 1 | 1 | 100% | Marburg |
1990 | Soviet-Unie (lab-ongeluk) | 1 | 0 | 0% | Marburg |
1998-2000 | Congo | 154 | 128 | 83% | Marburg en Ravn |
2004-2005 | Angola | 252 | 227 | 90% | Marburg |
2007 | Oeganda | 3 | 1 | 33% | Ravn |
2008 | Nederland (via Oeganda) | 1 | 1 | 100% | Marburg |
2012 | Oeganda | 18 | 9 | 50% | Marburg |
2014 | Oeganda | 1 | 1 | 100% | Marburg |
Het Marburg virus veroorzaakt virale hemorragische koorts, een ziektebeeld dat ook kan veroorzaakt worden door andere ziekteverwekkers, zoals ebola.
Na de incubatieperiode van 2 tot 21 dagen (meestal tussen 5 en 9 dagen) beginnen de eerste ziektetekens. In de eerste fase is er een plots opkomende hoge koorts, gepaard met malaise, ernstige hoofdpijn, misselijkheid, braken, waterige diarree, spierpijn, buikpijn en huiduitslag.
Na 5 tot 7 dagen begint de hemorragische (bloederige) fase met bloederige diarree, bloed in het braaksel, ophoesten van bloed en bloedende slijmvliezen. Zenuwsymptomen kunnen in deze fase optreden met waanbeelden, verwardheid, ontsteking van de hersenen, agressie en apathie.
In de laatste fase treedt herstel op of verergeren de symptomen met sterfte tot gevolg. Eventueel herstel gaat gepaard met ernstige spier- en gewrichtspijnen, leverontsteking, oogproblemen en psychosen.
De kans op overlijden varieert per uitbraak tussen 24 en 88% en ligt gemiddeld op ongeveer 60%. Als sterfte optreedt is dit meestal 8 of 9 dagen na begin van de ziektetekens.
Marburg kan niet via de ziektetekens onderscheiden worden van andere virusziektes die virale hermorragische koorts veroorzaken. wordt gesteld door het aantonen van viruspartikels of antistoffen tegen het virus in het bloed.
Er is geen specifieke behandeling tegen het virus zelf en de behandeling is dan ook ondersteunend.
Men zal altijd een infuus met vocht en elektrolyten toedienen om de uitdroging tegen te gaan. Koortswerende en pijnstillende medicijnen zijn aangewezen.
De bloedingen kunnen behandeld worden met specifieke medicijnen en secundaire bacteriële infecties kunnen bestreden worden met antibiotica.
Bij een uitbraak is het van primordiaal belang dat de infectie niet op anderen overgaat en worden strenge voorzorgsmaatregelen genomen om verdere verspreiding tegen te gaan.
Er is geen Marburg virus vaccin beschikbaar.