De longen bevinden zich in de borstkas en staan in voor de opname van zuurstof uit de lucht en de afgifte van koolstofdioxide naar de lucht.
De lucht komt in de longen via de tracea of luchtpijp die vertakt in 2 primaire bronchi, die op hun beurt weer vertakken in secundaire en dan in tertiaire bronchi. Dit zijn luchtwegen met een stevige kraakbenige ring die belet dat de luchtwegen toevallen.
De tertiaire bronchi vertakken verder in bronchioli: kleine luchtwegen zonder kraakbenige ring die blijven verder vertakken tot steeds kleinere luchtwegen.
Uiteindelijk ontspringen alveolaire zakjes uit de terminale bronchioli: trosjes van luchtzakjes die omgeven zijn door een groot netwerk van zeer dunwandige bloedvaten. In de luchtzakjes vindt de gasuitwisseling plaats.
Longziektes komen steeds vaker voor. De belangrijkste zijn: