Hyperthyroïdie is een aandoening waarbij de schildklier overactief is.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
Hyperthyreoïdie kan andere gezondheidsproblemen nabootsen, zodat het soms moeilijk is om de ziekte te diagnostiseren. Het kan ook een grote verscheidenheid van tekens en symptomen veroorzaken, zoals:
Vaak komen maar enkele van de beschreven ziektetekens voor en zijn ze vaag of subtiel.
Een gevaarlijke complicatie van hyperthyroïdie is de thyrotoxische crisis: een plotse verergering van de symptomen met koorts, erg hoge hartslag en soms waanbeelden tot gevolg.
Indien hyperthyreoïdie vermoed wordt omwille van de symptomen, zal de diagnose bevestigd worden door een bloedonderzoek.
Bij het bloedonderzoek wordt het gehalte aan TSH en thyroxine in het bloed gemeten. Het thyroxine of schildklierhormoon zal gestegen zijn en het TSH meestal gedaald.
Indien door bloedonderzoeken wordt vastgesteld dat er een overactieve schildklier is, zullen bijkomende onderzoeken gedaan worden om de oorzaak hiervan te achterhalen.
Een (lage dosis) radioactief jodium kan gegeven worden om na te gaan hoeveel de schildklier hiervan opneemt en waar het zich juist bevindt in de schildklier.
De behandeling van een overactieve schildklier hangt uiteraard sterk af van de oorzaak van de ziekte, maar ook van de ernst ervan en van de leeftijd en fysieke toestand van de patiënt.
Indien men de oorzaak van de hyperthyreoïdie niet kan wegnemen, zoals meestal het geval is, zal men trachten de schildklier trager te doen werken. Het gevaar bestaat erin dat men de werking te veel afremt waardoor hypothyreoïdie ontstaat.
Er bestaat medicatie die de werking van de schildklier remt en de hormoonaanmaak afremt. De meest gebruikte zijn methimazole en propylthiouracil.
De schildklier is het enige orgaan in het lichaam dat jodium nodig heeft en opneemt uit de bloedbaan. Met radioactief jodium kan men dus de schildklier viseren zonder hoge concentraties in andere organen te krijgen.
Het radioactief jodium zal dus in de schildklier geconcentreerd worden en daar de omliggende hyperactieve cellen beschadigen.
Er zijn geen aanwijzingen dat het gebruik van deze behandelingsmethode kanker zou kunnen veroorzaken.
In sommige gevallen zal men ervoor kiezen om de schildklier gedeeltelijk of volledig te verwijderen.
Het gevaar bestaat erin dat ook de parathyroïden of de stembanden beschadigd worden tijdens de operatie.