Cytomegalovirus (CMV) infecties komen zeer vaak voor en zijn gelukkig vaak zonder symptomen. Mensen met een zwakkere immuniteit of pasgeborenen kunnen wel last krijgen van het virus dat levenslang in het lichaam blijft.
Het cytomegalovirus is verwant met andere bekende virussen zoals het herpes virus (dat koortsblaasjes veroorzaakt), het virus dat windpokken veroorzaakt en het virus dat verantwoordelijk is voor klierkoorts.
Indien men besmet is met het virus blijft het levenslang aanwezig in het lichaam. Het blijft meestal inactief.
De verspreiding gebeurt door contact met lichaamsvloeistoffen (speeksel, urine, bloed, moedermelk, sperma, vaginaalvocht). Indien besmette lichaamsvloeistoffen in contact komen met de slijmvliezen van mond, neus, ogen (via bijvoorbeeld de handen) of geslachtsorganen is er kans op besmetting.
Baby's kunnen in de baarmoeder of tijdens de borstvoeding besmet worden.
Cytomegalovirus geeft bij gezonde kinderen of volwassenen vaak geen ziektetekens. Bij primaire infectie kunnen symptomen optreden die sterk doen denken aan klierkoorts: moeheid, koorts en spierpijnen. Vooral de moeheid kan soms lang - enkele maanden - aanhouden.
In de meeste gevallen zal de infectie echter onopgemerkt voorbijgaan.
Verspreiding van de moeder naar de baby gebeurt vooral indien de moeder tijdens de zwangerschap voor het eerst een infectie met cytomegalovirus doormaakt (= een primaire infectie). Reactivatie van een bestaande infectie heeft minder risico op transmissie naar de baby.
De meeste geïnfecteerde babies lijken perfect gezond bij de geboorte. Een klein aantal zal symptomen ontwikkelen, sons pas maanden tot jaren na de geboorte. Het meest voorkomende symptoom is dan gehoorverlies. In een aantal gevallen zal ook gezichtsverlies optreden.
Babies met congenitale CMV (=bij de geboorte aanwezig) kunnen ernstig ziek zijn. De symptomen zijn dan:
De symptomen kunnen erg lijken op die van klierkoorts.
Cytomegalovirus kan ook organen aanvallen, met de volgende mogelijke ziektetekens:
Bij verdenking van cytomegalovirus kan het virus aangetoond worden in de lichaamsvloeistoffen (meestal bloed of urine).
Cytomegalovirus kan niet genezen worden: het virus blijft levenslang aanwezig, meestal inactief. Behandeling is enkel aangewezen indien er ernstige symptomen optreden en bestaat uit het toedienen van antivirale medicijnen.