Een occasionele hoest is normaal en helpt vreemde lichamen of afscheidingen uit de longen te verwijderen en voorkomt infectie. Maar een hoest die gedurende lange tijd aanhoudt is meestal het resultaat van een onderliggend probleem:
Klieren in de neus, de sinussen en de keel produceren dagelijks slijm, dat de neusdoorgangen zuivert en vochtig houdt. Normaal wordt deze vloeistof zonder het te weten ingeslikt, maar indien er meer is dan gewoonlijk door allergieën, een verkoudheid of een sinusinfectie, kan het zijn dat men het voelt aangroeien in de keel.
Dit overvloedig slijm, gewoonlijk postnasaal druipen genoemd, kan irritatie en ontsteking veroorzaken die een hoestreflex uitlokken. Indien het postnasaal druipen chronisch is, is het normaal dat ook de hoest chronisch wordt. Hoewel postnasaal druipen dikwijls duidelijk is, is het mogelijk dat men de pathologie heeft zonder het vertonen van symptomen.
Astma is een veelvoorkomende oorzaak van chronische hoest bij volwassenen en de hoofdoorzaak bij kinderen. Meestal verschijnt de hoest met wheezing (piepende ademhaling) en ademtekort, maar hoest is soms het enige symptoom.
Een
astma-gerelateerde hoest kan komen en gaan met de seizoenen, optreden na een
infectie van de bovenste luchtwegen, of verergeren wanneer men wordt
blootgesteld aan koude, bepaalde chemicaliën of geuren. Dit type astma wordt
ook "hyperactieve luchtwegziekte" genoemd.
In deze veel voorkomenede aandoening stroomt maagzuur terug in de slokdarm. De constante irritatie in de slokdarm, keel en zelfs de longen kan leiden tot chronisch hoesten.
Maagzuurreflux veroorzaakt dikwijls een branderig gevoel in de slokdarm en een zure smaak, de helft van de personen waarvan de hoest te wijten is aan reflux heben geen andere symptomen.
Een hoest kan aanhouden lang nadat de meeste symptomen van een verkoudheid, een pneumonie of andere infecties van de onderste luchtwegen verdwenen zijn. In sommige gevallen kan dit gebeuren omdat de infectie aanhoudt. Zelfs als de infectie gedaan is kunnen de luchtwegen soms ontstoken blijven en daarom uiterst gevoelig zijn voor irriterende producten.
Van angiotensine-converting enzyme (ACE) inhibitoren, die gewoonlijk worden voorgeschreven voor hoge bloeddruk en hartfalen is gekend dat zij bij ongeveer 20% van de patiënten chronische hoest veroorzaken. Meestal begint de hoest binnen de week na het opstarten van de therapie, maar soms ontwikkelt hij zich niet binnen de eerste zes maanden. Hoewel de hoest dikwijls verdwijnt een paar dagen nadat men de therapie stopte, kan het soms meer dan een maand aanhouden.
Deze langdurige ontsteking van de kleine luchtwegen kan ademnood,
wheezing en hoest veroorzaken met productie van slijm.
Dit is een ernstige, chronische longaandoening waarbij een abnormale verwijding van de kleine luchtwegen hun mogelijkheid aantast om de slijmen uit de longen te verwijderen. De ziekte wordt bijna altijd voorafgegaan door een (soms milde) longontsteking.
Tekenen en symptomen zijn een hoest met gekleurd sputum of zelfs bloed, ademnood en vermoeidheid.
Slechts een klein percentage patiënten met chronische hoest heeft longkanker en de meesten zijn rokers of ex-rokers. Indien men rookt, gerookt heeft of het sputum bloed bevat consulteert men best zijn arts.
Eender wie kan een chronische hoest ontwikkelen, maar deze factoren maken iemand meer gevoelig: