Diagnose
Indien een hoest langdurig aanhoudt bezoekt men best een arts.
Een diepgaand onderzoek naar voorgeschiedenis en lichamelijke toestand kan
relevante informatie opleveren over chronische hoest. De arts zal de volgende vragen stellen:
- Het rookgedrag
- Het nemen van bloeddrukmedicatie.
- Wanneer treedt de hoest op? Na de
maaltijden? ‘s Nachts?
- Is er iets dat de hoest verlicht?
- Is er meer ademnood bij inspanning? Of
bij blootstelling aan koude lucht?
Soms kan het verhaal van de patiënt al een aanwijzing geven naar de oorzaak en kan de arts beslissen om een behandeling in te stellen.De diagnose wordt dan bevestigt als de behandeling aanslaat en de hoest beter wordt.
In twijfelgevallen kan men nog aanvullende testen uitvoeren:
Beeldvormende testen
-
Radiografie van de borst
Hoewel
een routine borst RX niet de meest voorkomende redenen van hoest zal onthullen,
zoals postnasaal druipen of maagzuurreflux of astma, kan het gebruikt worden
als controle voor longkanker en andere longziekten.
-
Computer tomografie (CT scan)
Een CT scan neemt RX vanuit vele verschillende hoeken en
combineert ze dan voor het vormen van doorsnedes doorheen de organen. Deze techniek
kan meer gedetailleerde beelden opleveren van de longen. CT scans kunnen
eveneens gebruikt worden voor het controleren op
infectiehaarden in de sinussen.
Longfunctie testen
Een spirometrie is een eenvoudige test om de functie van de longen te onderzoeken.
Endoscopie
Bij deze testen wordt een dunne, flexibele buis gebruikt die uitgerust is met
een lichtbron en een camera om de strukturen binnen het lichaam te bekijken. De
procedure wordt steeds voorafgegaan met het bestuiven met een verdovend product
van neus en keel, zoals bijvoorbeeld lidocaïne. Er kunnen ook sedativa of
pijnstillers gegeven worden om de procedure minder oncomfortabel te maken.
-
Nasale endoscopie.
Bij deze test wordt een kleine glasvezel scoop in de neusholten
gebracht om een betere beoordeling te krijgen van de status van het neusslijmvlies
en de openingen van de sinussen. Gewoonlijk wordt eerste een CT scan van de
sinus gemaakt.
-
Bovenste endoscopie.
Bij deze test gaat de scoop via de keel in de slokdarm om na te
gaan of er geen tekenen van maagzuurreflux zijn in de maag en de slokdarm.
-
Bronchoscopie.
Bij
deze test gaat de scoop de luchtpijp in om te controleren of er geen tekenen
van infectie of obstructie zijn in de luchtwegen.