Asbestose is een vorm van stoflong: een pneumoconiose. Een andere bekende vorm van stoflong is mijnwerkerslong (antracose).
Pneumoconiosen zijn ziektes die ontstaan als er zich in de longen deeltjes bevinden die niet door het lichaam kunnen afgebroken worden. Het lichaam reageert op vreemde partikels met een ontstekingsreactie. Bij pneumoconioses wordt de ontsteking chronisch (langdurig) en wordt bindweefsel rond de deeltjes gevormd (fibrose - littekenvorming).
Asbestose treedt op na langdurige blootstelling of na een korte zeer grote blootstelling aan asbestvezels.
Ziektetekens ten gevolge van asbestose treden pas op jaren of zelfs tientallen jaren na de eerste blootstelling aan asbest.
De symptomen van asbestose zijn een gevolg van een verminderd functioneel longvolume (vitale capaciteit): het functionele longweefsel wordt immers vervangen door littekenweefsels.
Het eerste symptoom is vaak kortademigheid na inspanning. De kortademigheid wordt steeds erger en evolueert langzaam naar respiratoir falen.
Door de veranderingen in de longen kan de ziekte in een vergevorderd stadium ook leiden tot een rechterhartfalen (cor pulmonale).
Asbestose is ook een risicofactor voor andere ziektes, zoals longkanker en mesothelioma.
De patiënt die zich bij de arts aanbiedt voor kortademigheid zal een reeks testen ondergaan om de oorzaak ervan te onderzoeken. Testen die vaak gedaan worden zijn: spirometrie, radiografie en electrocardiogram.
Men kan ook besluiten tot het nemen van een CT-scan.
De ziekte kan soms pas na het nemen van een longbiopsie onderscheiden worden van andere gelijkende ziektes (onder meer andere pneumoconiosen, sarcoïdose, idiopathische pulmonaire fibrose).
Asbestose kan niet genezen worden.
Longrevalidatie therapie is vaak nuttig.
Medicatie kan helpen om de slijmen losser te maken.
Zuurstoftherapie is nodig in vergevorde stadia.
Asbestose is een progressieve ziekte die steeds erger wordt. De prognose hangt in grote mate af van de ernst van de ziekte tijdens diagnose.
In een vroeg stadium kan de evolutie van de ziekte redelijk goed gecontroleerd worden.
Vergevorderde gevallen hebben een slechte prognose.