De Franse advocaat, politieker en gastronoom Jean Anthelme Brillat-Savarin (1755-1826) waarschuwde zijn lezers voor de gevaren van exentrieke diëten. Hij was een van de eerste voorstanders voor het beperken van koolhydraten.
Zijn 'Physiologie du Gout' was een van de eerste belangrijke boeken over voedsel.
Ondanks alle controverse werd er wat vooruitgang geboekt tegen obesitas toen de Britse arts John Ayrton Paris (1785-1856) in zijn boek 'Treatise on Diet' het dagelijks basiskader voor matige voedseldistributie onthulde. De dagelijkse voedselinname omvatte een belangrijk ontbijt, lichte lunches en kleine avondmaaltijden. Hij benadrukte ook het belang van snacks en was de eerste die de idee introduceerde dat een groter avondmaal na een dag werken voordeliger was dan grote middagmalen.
De Franse ingenieur Joseph Béranger (1802-1863)
deed heel wat moeite om het metriek stelsel in Frankrijk te
verspreiden. In 1827 stichtte hij een eigen atelier waarin hij meer dan
driehonderd personen tewerk stelde.
In zijn monografie 'Comments on Corpulency, Lineaments of Leannes' presenteerde de Britse chirurg William Wadd (1776-1829) twaalf gevallen van extreme vetophopingen.
Enkele van de vele illustraties uit het boek van Wadd.
In de vroege jaren 1830 was de Amerikaanse predikant Sylvester Graham (1794-1851) de eerste die in de Verenigde Staten de voedselkeuze aan gezondheid koppelde. Hij veroordeelde de zonde van gulzigheid en raadde een saai, vegetarisch dieet aan als genezing. Hij vervaardigde een plat volkoren brood en moedigde zijn patiënten aan om dit te eten. Nochtans zagen de gebruikers van de zogenaamde Graham Cracker er 'bleek en ziekelijk' uit. Het leverde hem de bijnaam Dokter Zaagsel op.
Graham had heel wat invloed op de Amerikaanse arts John Harvey Kellogg (1852-1943), die natuurgeneeskunde beoefende en de Cornflakes uitvond waarvoor hij later de firma Kellogg's oprichtte. Kellogg deelde de opinie van Graham i.v.m. sex, alcohol en vleesconsumptie.
In
Duitsland en Zwitserland werd de 'Graham theorie' door de
Duitse apotheker en natuurgenezer Theodor Hahn (1824-1883) verspreid. De
Graham Crackers worden in de Verenigde Staten nog steeds verkocht en in
Zuid-Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. kan men nog steeds Grahambrood
kopen.
Een weegschaal speciaal ontworpen voor de eerste Aga Khan Hasan Ali Sjah (1804-1881). Het tegengewicht bestond uit diamanten die hem na het wegen geschonken werden.
In 1831 kregen de broers Erastus (1792-1864) en Thaddeus S. Fairbanks
(1792-1864) uit St. Johnsbury, Vermont het eerste Amerikaanse patent
voor een platform weegschaal. Thaddeus had die bedacht en gebouwd,
waarmee hij een revolutie ontketende in de weegmethodes. De vorige
weegschalen waren immers van het even-balance of steelyard type.
Het bedrijf van beide broers had tot dan stoven, ploegen en mestvorken vervaardigd. Na de uitvinding van de platform-weegschaal
specialiseerde het zich in de productie van alle soorten weegschalen.
Met succes, want de toestellen werden wereldwijd geleverd. Hun patent voor de platform-weegschaal werd in het Verenigd Koninkrijk
echter nietig verklaard, toen het Britse octrooibureau verklaarde dat het
systeem enkele jaren voordien reeds door de Britse
uitvinder John Wyatt (1700-1766) gebruikt werd. Het Fairbanks systeem leidde tot heel wat verbeteringen in de productie van weegschalen.
Hoewel het patent in Groot-Brittannië ongeldig was, zag Henry Pooley
(1803-1878) uit Liverpool heel wat mogelijkheden in het ontwerp van Fairbanks. Hij sloot een overeenkomst met hen en plaatste in 1835 een
platform-weegschaal op de nieuwe spoorlijn tussen Liverpool en
Manchester. Pooley werd zeer actief in het fabriceren van
platform-weegschalen. Op 13 januari 1857 kreeg Thaddeus Fairbanks het
eerste Amerikaanse patent voor deze weegschaal voor de spoorwegen,
waarmee zowel wagons als treinen gewogen werden.
Al snel maakten alle weegschaalfabrikanten gebruik van het hendelsysteem van de platform-weegschalen.
Een voorbeeld van een van de grote platformweegschalen ontwikkeld door Fairbanks.
De Body Mass Index (BMI) werd door de Gentse wis- en sterrenkundige Lambert Adolphe Jacques Quetelet (1796-1874) uitgevonden, die zich voor sociale statistiek interesseerde en grafieken maakte van de maandelijkse sterftecijfers in Brussel. Hij ontwikkelde ook ideeën over de 'gemiddelde mens' en deed metingen bij dienstplichtigen, waardoor hij een pionier werd van de anthropometrie en biostatistiek. De waarde van de quetelet index of de BMI is gelijk aan de massa van het lichaam in kilogram gedeeld door het kwadraat van de lengte in meter
In 1840 stichtte de jonge Duitse slotenmaker A.C.C. Joachims (1820-1888) het bedrijf Seca. Hij had bij de Straatsburger monnik Friedrich Alois Quintenz (1774-1822) gestudeerd, die in 1821 de decimale weegschaal had uitgevonden en stak daar heel wat wijsheid op. Terug in Hamburg startte hij zijn eigen bedrijf en hij verkocht zijn weegschalen wereldwijd.
Op 5 december 1840 kreeg de Franse ingenieur Joseph Béranger (1802-1863) de toelating om in Lyon de eerste Romeinse of gelijkarmige balans toe te passen op weegbruggen. Nog eens acht jaar later vond hij de pendule-weegschaal uit. Hij wordt dan ook de ‘vader van de moderne weegschalen’ genoemd.