WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1940-1949

1940

De twin-spirometer was bedoeld voor bronchospirometrie en uitgerust met een dubbele lumen-endotracheale tube, zodat men elke long afzonderlijk kon onderzoeken. 

Isoprenaline werd door de Oostenrijkse arts en farmacoloog Heribert Konzett (1912-2004) van de Universität Wien voor het eerst beschreven in 1940. Het kwam vrij vlug beschikbaar voor inhalatie, maar het duurde tot 1951 vooraleer het gecommercialiseerd werd. Konzett identificeerde isoprenaline als het eerste sympathicomimeticum dat geen bloeddrukverhoging gaf. Geïnhaleerde isoprenaline werd een populaire remedie tegen astma, maar was kortwerkend en net als adrenaline stimuleerde het ook het hart.

De Amerikaanse arts en fysioloog Dickinson W. Richards Jr (1895-1973) vond met zijn publicatie over de ‘continue inhalatiemethode’ het wiel terug uit. Een vernevelaar werd aangedreven ofwel door zuurstof uit een druktank, ofwel via een compressor met een debiet van 4-7 L/min. Een lading van 1ml werd binnen de drie tot tien minuten verneveld.

De Silbe Atomizer was een handgehouden nebulizer met rubberen peer, die gebruikt werd voor het toedienen van het Silbe inhalatie-medicament. Het product van de West-Silten Pharmaceuticals in Hove, Sussex, UK bevatte adrenaline en atropine.

De glazen Savory & Moore pocket astma-spray was een handgehouden inhalator met rubberen bal voor het toedienen van oliën en astma-oplossingen. Het toestel werd  geleverd in een kleine met vilt beklede sarcofaag, die de glazen nebulizer beschermde. De inhalator werd vervaardigd door Hartig & Moore, Chemists to the King.

Publicaties over het effect van zowel synthetische cortisone als het adrenocorticotroop hormoon (ACTH) op het verminderen van de ontsteking bij patiënten met reumatoïde artritis, moedigden farmaceutische bedrijven aan om die stoffen ook bij astma-patiënten te onderzoeken.

Langzaam maar zeker drong het gebruik van de spirometer ook door in de scholen.

1941

Aan beide kanten van de Atlantische Oceaan waarschuwden allergologen hun patiënten niet alleen voor het inademen van medicinale poeders, maar ook om de blootstelling aan gewone sigarettenrook te limiteren. Die kon hun longen irriteren en hun astmatische symptomen verergeren. Warren T Vaughan (1893-1944), een van de toonaangevende Amerikaanse allergologen, suggereerde dat tabak een grote oorzaak was van inhalatie-allergie en hij raadde desensibilisatie-injecties aan in het geval dat patiënten of hun partners niet konden of wilden stoppen met roken

Studies van de Franse fysioloog Andre Frederic Cournand (1895-1988) en zijn Amerikaanse collega's Dickinson W. Richards (1895-1973) en Winfred E. Baldwin (1883-1959) leidden tot de classificatie van ventilatoire abnormaliteiten en de erkenning van 'obstructieve' en 'restrictieve' patronen.

1942

Francis Gano Benedict (1870-1957) ontwierp een 'draagbare' spirometer. Het ding woog liefst 25 kg.

De spirometrie werd ook voor minder fraaie doeleinden misbruikt. De Duitse bioloog Otmar Freiherr von Verschuer (1896-1969), die onder Adolf Hitler (1889-1945) van 1942 tot 1945 directeur was van het Kaiser-Wilhelm-Institut für Anthropologie, menschliche Erblehre und Eugenik, gebruikte een spirometer voor zijn onderzoek op tweelingen.

De Zwitserse arts Walter Hardon (1898-1986) publiceerde in het Schweizerische Medizinische Wochenschrift het artikel 'Ein neues Pneumonometer zur Bestimmung des Expirationsstosses (maximale Austmungs Stromstärke)'. Daarin vermeldde hij dat men voor het bepalen van de longfunctie een Peak Flow-meting kon gebruiken als hulpmiddel. Maar dat werd pas zeven jaar later aanvaard als een index voor spirometrie.

1943

Metingen van de vitale capaciteit werden 'als onmisbaar beschouwd' in gevallen van hartaandoeningen. In dat verband verscheen in maart 1943 in de American Heart Journal het artikel 'Investigations concerning vital capacity' van de Peruaanse long- en hartspecialist Desiderio Gross, waarvan het besluit luidde:

'Om de ademhalingsfunctie nauwkeuriger te karakteriseren in relatie tot de spirometrische bepaling van het maximale volume, zocht en vond ik met behulp van een manometer de expiratoire druk, een andere ademhalingsfactor. Door de definitie van vitale capaciteit te volgen, stelde ik de maximale druk vast die een proefpersoon kan genereren bij het uitademen in een manometer, nadat hij zo diep mogelijk heeft ingeademd. De hoogte van de kwikkolom vertegenwoordigt de maximale expiratoire druk. Zo werden het maximale volume en de maximale druk bepaald tijdens een maximale inspiratie en expiratie.'

In de Verenigde Staten werd de 'American Academy of Allergy, Astma & Immunology' (AAAAI) opgericht. Ze vertegenwoordigde allergologen, astmaspecialisten, klinische immunologen, gealliëerde gezondheidswerkers en anderen gezondheidsspecialisten met een speciale interesse in het onderzoek naar en de behandeling van allergische en immunologische ziekten. Ze groeide uit tot een vereniging met meer dan 6.500 leden in de Verenigde Staten, Canada en 60 andere landen.

1944

In de jaren 1930 en 1940 beschouwde men Ronald Victor Christie (1902-1986) als de meest gerenommeerde expert op het vlak van emfyseem. De Professor Geneeskunde van de Canadese McGill University definiëerde de ziekte min of meer zoals we die vandaag kennen en leverde meerdere aanbevelingen voor de behandeling van deze patiënten tijdens episodes van acute dyspnoe.

"De diagnose emfyseem moet overwogen worden wanneer kortademigheid voorkomt bij inspanning, die sluipend begint en niet het gevolg is van een bronchospasme of van linker-ventrikel falen, bij een patiënt die samen met chronische bronchitis en astma een aantal fysieke symptomen heeft van emfyseem."

"Met het elasticiteitsverlies moet er ook verlies aan elastische terugslag zijn, zodat men de long moet samenpersen om ze te laten leeglopen. De respiratoire spieren zijn niet gebouwd voor deze taak, en bij de expiratie moeten de intercostalen geholpen worden door andere spieren: bij expiratie voelen de buikwandspieren vaak gecontracteerd aan, wat verlengd wordt bij andere aandoeningen zoals astma en tracheale obstructie, waardoor men door actieve spierkracht de longen moet persen. Met zo’n extensieve vermindering van zowel inspiratie als expiratie, is het niet verwonderlijk dat de vitale capaciteit en de borstuitbreiding verminderd zijn.”

Hij beschreef de longgeluiden als zwak, behalve in de bases waar ze lijken te ontbreken. De diagnose kon gesteld worden door het waarnemen van fysieke verschijnselen, zoals een bolle borst en door vitale capaciteitsmetingen met spirometrie en duidelijke kortademigheid bij inspanning, die men niet kon toewijzen aan andere oorzaken. Hij stelde ook voor om de diagnose te maken op basis van tekenen van chronische hoest of astma, wat dyspnoe betekende. In zijn artikel ‘Emphysema of the lungs: part II’ in de British Medical Journal van 29 januari 1944 beschreef hij hoe efedrine het beste medicijn was voor het verlichten van kortademigheid.

"Hoewel er geen bewijs is van bronchospasmen of weerstand tegen ademhaling, verlicht het toedienen van efedrine niet zelden de dyspnoe van emfyseem. Een mogelijke verklaring voor dit effect is dat de bronchiolen die tot de over-opgezwollen luchtzakken en bullae leiden, minder tot kaliberveranderingen in staat zijn dan diegene die naar de gezondere delen van de long leiden. Hoewel niet klinisch manifest, zouden bronchospasmen in dat geval het aandeel ingeademde lucht afbuigen rond deze nutteloze delen van de long en de verlichting van bronchospasmen met efedrine zou de efficiëntie van de ventilatie verbeteren en de ademnood dus verlichten.”

Hij stipte korte chirurgische procedures aan om delen van de longen te laten leeglopen. Als eerste schreef hij ook ademhalingsoefeningen voor, waarbij de patiënt werd aangeleerd hoe hij zijn longen moest laten leeglopen en hoe hij het gebruik van zijn diafragma kon verhogen. Bij hartfalen raadde hij aan om zuurstof toe te dienen tijdens het eindstadium van de ziekte.

1945

De in Litouwen geboren Amerikaanse Professor nutritiewetenschappen Samuel Brody (1890-1956) ontwikkelde in 1945 een spirometer voor onderzoek bij koeien.

Bronchial Challenge Testing (BCT) werd in 1945 voor het eerst beschreven. De Franse arts Marc Tiffeneau (1873-1945) beschreef methacholine-provocatietesten evenals verschillende andere belangrijke nieuwe diagnostische tests voor de longfunctie. De Russische chemicus Nikolay Yakovlevich Demyanov (1861–1938) had in 1901 al ontdekt dat aminomethylcycloalkanen nieuwe producten produceren na behandeling met salpeterzuur. 

1946

Terwijl onderzoekers aan de overzijde van de oceaan interesse begonnen te vertonen voor de relatie volume-tijd, probeerden Franse wetenschappers een vervanger te vinden voor de maximum breathing capacity. Ze hielden niet van dat onderzoek, omdat het te uitputtend was en het tijdens eenzelfde sessie niet meer dan drie tot vijf keer kon herhaald worden. Bovendien was het moeilijk om het correct te meten en was er een zekere graad van training noodzakelijk. Bovendien kon het bij astmapatiënten een aanval uitlokken, zoals de Duitse naar Engeland geëmigreerde Professor interne geneeskunde Herbert Herxheimer (1894–1985) in 1946 rapporteerde.

De Amerikaanse pediater en allergoloog Harold A. Abramson (1899-1980) publiceerde in de 'Annals of Allergy' het artikel ‘Principles and Practice of Aerosol Therapy of the Lungs and Bronchi’. Hij definieerde de termen ‘aerosol’, ‘atomisering’ en ‘verneveling’ en stelde:

"Het woord 'verneveling' moet beperkt blijven tot het bijzondere type verneveling waarbij door het induceren van een aangepast shot in de constructie van de verstuiver de grote deeltjes verwijderd worden.”

Hij verwees naar het ontwerp van de DeVilbiss No. 40 nebulizer, die de grote deeltjes scheidde en hij rapporteerde dat de grootte van de partikels uitzette van 0,3 tot 2 µm.

Antihistaminica kwamen in 1946 op de markt. Dit type geneesmiddel blokkeert de werking van de histamine die vrijkomt bij een allergische reactie en die zwelling en roodheid (= ontsteking) veroorzaakt, wat op zijn beurt resulteert in een allergische reactie met jeukende ogen en keel, benauwdheid, lopende neus en niezen.

1947

In 1947 kwam Hydrallin op de markt. Deze witte tablet bevatte zowel een antihistaminicum (25mg Benadryl) voor het behandelen van allergieën, als een bronchodilatator (Aminofylline 100 mcg) voor het ontspannen van de luchtwegen. Het werd een populair geneesmiddel voor astmapatiënten, maar in 1981 verdween het uit de schappen.

Onafhankelijk van elkaar beschreven de Franse arts Robert Tiffeneau (1910-1961) en de Amerikaanse thoraxchirurg Edward Gaensler (1921-2012) de FEV1 en dat meer dan 100 jaar na de eenvoudige VC-meting van Hutchinson. Gedurende die tijdsspanne werd spirometrie als een zeer belangrijk hulpmiddel beschouwd, maar werd ze in de dagelijkse praktijk nauwelijks toegepast.

In 'Paris Médical' van december 1947 publiceerden Robert Tiffeneau (1910-1961) en André Pinelli (1922-2019) de eerste resultaten van hun 'Forced Expiration Manoeuvre'. Ze noemden het de 'capacité pulmonaire utilisable à l'effort' (CPUE), de 'pulmonale capaciteit bruikbaar bij inspanning', of het 'maximale volume uitgeblazen in één seconde na een diepe inspiratie'. Hun bedoeling was dus om de maximum breathing capacity te vervangen.

In de Verenigde Staten gebeurde een gelijkaardige aanpak door Edward Gaensler (1921-2012), die in 1951 de 'timed vital capacity' voorstelde. Gaensler onderzocht de relatie tussen de maximum breathing capacity (MBC) en verschillende gechronometreerde forced expiratory volumes, waarbij hij aantoonde dat de FEV1 beter correleert dan de 2- of 3-seconden capaciteit van de totale VC. Vanaf dat ogenblik werd de FEV1 (soms ook de FEV0.5 of FEV0.75), samen met de VC of FVC, een regelmatig gemeten parameter.

Zowel Tiffeneau als Gaesnler argumenteerden dat het eerste deel van de uitgeademde VC  het meest 'bruikbare' deel is, omdat tijdens het uitvoeren van een maximale ademcapaciteit (maximum breathing capacity of MBC) de uitademing waarschijnlijk niet langer dan 1 seconde aanhoudt, alvorens de proefpersoon zijn volgende inspiratie doet.

Tiffeneau werkte zijn hele carrière aan de broncho-motorische effecten van acetylcholine, histamine en allergenen bij astmatici, evenals aan die van adrenaline. Buiten andere belangrijke successen ontdekte hij dat niet cortisone maar adrenaline astmatici beschermt tegen hun hyper-sensitiviteit voor acetylcholine en histamine, terwijl cortisone hun sensitiviteit t.o.v. allergenen vermindert. Zijn observaties vormen nog steeds de basis van de moderne astmatherapie: voeg een corticosteroïde toe aan een beta-mimeticum inhaler.

1948

In 1948 lanceerde het Amerikaans farmaceutisch bedrijf Abbott de Aerohalor met een penicillinebereiding voor inhalatie, maar ook een andere met de bronchodilatator Norethisderone.

1949

In de 'Journal of Clinical Investigaton' verscheen het artikel 'The volume of the lung determined by helium dilution. Description of the method and comparison with other methods.' van de Amerikaanse fysiologen George R. Meneely (1912-1987) en Nolan L. Kaltreider (1905-1994). Daarin werd een spirometercircuit beschreven, waarmee men het longvolume kon bepalen met het gebruik van Helium. De auteurs gebruikten deze methode al in 1941.