WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1860-1869

1860

Augustus Eckert (1814-1894) uit het Amerikaanse Dayton, Ohio patenteerde in 1860 een spirometer onder US Patent 26.754. Het toestel had geen tegengewicht en werd afgesloten met water. Twee kenmerken van het patent waren de geleidingsstang, die de inwendige klok recht hield en een met lucht gevulde waterdichte kamer aan de rand van de bodem van de inwendige klok, die diende als tegengewicht. Om de klok naar haar oorspronkelijke positie te laten terugkeren, verwijderde men de kurk na de meting van de vitale capaciteit.

De Britse arts Henry Hyde Salter (1823-1871) schreef het interessante boek ‘On Asthma: Its Pathology and Treatment’. Salter, die zelf astma-patiënt was, definieerde astma als een ‘paroxymale dyspnoe met een speciaal karakter, met intervallen van gezonde ademhaling tussen de aanvallen’. Wat een treffende beschrijving was van de vernauwing van de luchtwegen als gevolg van een versmalling van de gladde spierweefsels. Het boek bevatte ook nauwkeurige afbeeldingen van de luchtwegen bij astma en bronchitis, evenals het cellulaire voorkomen van astmatisch slijm. Hij merkte ook op dat zwarte koffie een gunstige behandeling voor astmatische spasmen was dank zij het hoge gehalte theobromine, een derivaat van de bronchodilatator theofylline. Chloroform was één van zijn andere favoriete remedies.

"Gewoon enkele pufjes en de astma-aanval is verdwenen; een dyspnoe die enkele seconden voordien nog levensbedreigend leek, wordt vervangen door een kalme en rustige ademhaling."

Salter ontdekte ook dat frequente astma-aanvallen permanente veranderingen aan de longen kunnen veroorzaken. Hij gaf levendige beschrijvingen van een astma-aanval, met inbegrip van de angstgevoelens, de stijve spieren, de bleke huid, het koude-gevoel en het zweten.

"Maar astma is niet alleen een ongewone ziekte, het is een van de meest ijzingwekkende lijdenswegen; de verschrikkingen bij astma-aanvallen zijn veel groter dan bij eender welke andere acute lichamelijke pijn; het gevoel van dreigende verstikking en de pijnlijke strijd om de levensadem zijn zo verschrikkelijk, dat ze niet eens kunnen aangetoond worden zonder de nood van de lijder te delen."

Aan kinderen schreef hij een vrij eigenaardige behandeling voor. Ze moesten tabak roken tot ze ervan overgaven. Hij was ervan overtuigd dat de luchtwegen hierdoor geopend werden. Een van zijn meest bekende patiënten was de jonge Teddy Roosevelt (1858-1919), de latere president van de Verenigde Staten

De Duitse internist Ernst Victor von Leyden (1832-1910), die praktijk had in Danzig, doceerde aan de Universiteiten van Königsberg, Straatsburg en Berlijn. In 1890 werd hij de  lijfarts van Tsaar Alexander III van Rusland (1845-1894). Hij experimenteerde volop met het gebruik van zuurstof maar hield dat niet lang vol. Waarom het niet lukte om zuurstof aanvaardbaar te maken in de medische wereld, postuleerde hij de volgende oorzaken:

  1. Er wordt gedacht dat het genezende krachten heeft, maar dat is niet het geval.

  2. Het is moeilijk en duur om maken en moeilijk te transporteren naar patiënten.

  3. Als het door een arts wordt bereid, bevat het vaak giftige gassen.

  4. Het nodige toestel is onhandig.

  5. Hyper-kritische houding van de artsen.

  6. Negatieve experiment-resultaten.

1861

Op pagina 34 van het januari-nummer van de 'Boston Journal of Physical Culture' publiceerde de Britse arts Dio Lewis (1823-1886) het artikel 'New Gymnastics for Ladies, Gentlemen and Children', waarin hij het gebruik van een spirometer aanraadde voor het versterken van de longen. Het toestel kostte 5,00 USD. Op pagina 255 van de British Medical Journal, Volume 2, uit 1861 verscheen zijn artikel 'From the Hydro-spirometer'.

"Het nieuwe model spirometer dat ik onder uw aandacht wil brengen, is gebouwd volgens het principe dat een extreme expiratie een bepaalde hoeveelheid water verplaatst in een gegradueerde glazen pot. De pot is gegradueerd in kubieke duim, de opsomming gaat van boven naar onder en de resultaten van het experiment worden afgelezen op een schaalverdeling.

"Beschrijving van het toestel. De pot is ongeveer zestien inches hoog en heeft een diameter van vijf en een halve inch. Aan de bovenzijde is hij afgesloten met een metalen kap, die geperforeerd is met drie gatenwaarin overeenkomstig buizen gestoken worden, zoals te zien is op de tekening."

"Tijdens de werking wordt het toestel bijna horizontaal op tafel gelegd, nadat het eerst gevuld werd met water tot aan het niveau van de markering die het begin van de schaalverdeling aangeeft. Daarna wordt het glazen mondstuk aan het uiteinde van de elastische buis in de mond geplaatst en na een extreme inspiratie wordt de meest volledige expiratie gemaakt. Er zijn geen voorzorgsmaatregelen nodig bij het beëindigen van de expiratoire inspanning. Na de inspanning wordt het toestel opnieuw in opgerichte positie geplaatst, om de hoeveelheid lucht te kunnen aflezen die in de pot werd gebracht. Er is geen temperatuurcorrectie nodig, omdat wordt aangenomen dat lucht uit de longen vrijwel altijd dezelfde temperatuur heeft."

Op pagina 351 van zijn 'The physical examination of the chest in pulmonary consumption and its intercurrent diseases' beschreef de Schotse arts Somerville Scott Alison (1813-1877) een andere spirometer.

"Dit toestel verschilt van dat van Hutchinson en heeft het voordeel van gelijke nauwkeurigheid, grote draagbaarheid en vergelijkbare goedkoop. Het bestaat uit twee zakken, de ene werkt als reservoir voor de uitgeademde lucht, de andere als maatstaf. Om haar vast te houden wordt de lucht eerst in de met afsluitkranen geleverde grotere zak uitgeademd. De volgende stap is de lucht in de meetzak brengen en de waarde ervan berekenen. De tweede zak kan 40-50 kubieke duim bevatten en moet van tijd tot tijd gevuld worden tot de totale hoeveelheid gemeten is. Dit toestel kost slechts 26s. en ik begrijp dat de heer Coxeter het onlangs fel verbeterd heeft."

1862

In 1862 zorgde de Duitse arts J. Bergson met zijn ‘Hydrokomion’, ‘Water Dust Apparatus’ of ‘Bergson Tubes’ voor een enorme verbetering van het mechanisme van de nebulizer van Mathieu. Het geheel bestond uit twee haakse, met de uiteinden naar elkaar geplaatste buizen, die zo aangesloten werden dat de uiteinden verticaal tegenover de as van de horizontale buis stonden. Twee aldus aangebrachte buizen met een verticale buis in een vat met een vloeistof, veroorzaakten een fijne nevel als men in de horizontale buis blies.

1863

De spirometer van Mitchell, gebaseerd op een droge gasmeter en geconstrueerd door de Amerikaanse arts Silas Weir Mitchell (1829-1914) was makkelijker in gebruik dan het nogal onhandige toestel van Hutchinson. Volgens een verslag uit het boek 'A Treatise on hygiene' van de Amerikaanse arts William Alexander Hammond (1828-1900) bood het toestel volledige en nauwkeurige resultaten.

De spirometer van de Londense firma van de Oostenrijkse instrumentenbouwer John Weiss (1773-1843) was een aangepaste versie van die van Hutchinson, die minder mechanische wrijving had omdat de grote katrol door twee kleinere vervangen werd.

1864

De inhaler van de Duitse arts Emil Siegle (1833-1900) was eenvoudig, automatisch en met een verkoopprijs van vijf Dollar ook goedkoop. In 1864 ontwikkelde Siegle ook de naar hem genoemde stoomspray-inhalator, die stoomkracht gebruikte om het medicament via een smalle buis om te zetten in een nevel, die men via een glazen mondstuk moest ïnhaleren.

De Britse arts Alfred E. Newton (1829-1907) patenteerde in 1864 de eerste 'droog poeder inhalator'. Het toestel was een houten doos waarin roterende lamellen het medisch poeder verpulverden in een wolk, die door de patiënt moest ingeademd worden.

1865

In 1865 rapporteerde het Britse medisch tijdschrift ‘The Lancet’ over de pas uitgevonden en verbeterde Nelson Inhaler van de bekende Londense apotheek-leverancier S. Maw & Sons. Het was een porseleinen kruikje, dat met een kurk met glazen buisje werd afgesloten. In het kruikje goot men kokend water met een alkaloïde. Via het buisje kon de patiënt inhaleren. De Schotse arts Spencer Thomson (1817-1886) beschreef het toestel in zijn boek ‘A dictionary of domestic medicine and household surgery’ voor de inhalatie van ether, chloroform, bilzekruid, creosoot en azijn, voor het behandelen van aandoeningen van de keel, de luchtpijpen, astma en tbc. De Nelson-inhalator werd aangekondigd als ‘Nieuw en Verbeterd’, waarschijnlijk om zijn unieke design en omdat hij in vergelijking met andere inhalators, klein en draagbaar was. In het Britse wetenschappelijke tijdschrift ‘Medical Times and Gazette’ verscheen in februari 1865 een artikel over de Nelson inhalator:

Nieuwe uitvindingen

Nelson’s inhalator

We hebben de nieuwe verbeterde aardwerken inhalator van Dr. Nelson uitgeprobeerd en geloven dat het een goedkoop en handig instrument is. Hij is zowel geschikt voor eenvoudig warm water als voor warm water met medicinale extracten van kalmerende planten, die gebruikt worden voor acute catarre en keelontsteking, evenals voor diverse geneesmiddelen die men gebruikt bij vergevorderde tuberculose, spasmatisch astma, enz. Het instrument is eenvoudig te reinigen en kan niet verkeerd gebruikt worden.

In heel wat medische vakbladen verscheen publiciteit over het toestel.

De Bergson-inhalator raakte vrij vlug bekend bij de Britse artsen, de Schotse arts Andrew Clark (1826-1893) uit Londen gebruikte het buizensysteem van het toestel om een eigen inhalator te ontwerpen. Hij wilde een apparaat, dat continu kon spuiten en met dit voor ogen plaatste hij een paar Bergson-buizen op de kurk van een gegradueerde glazen fles. Daaraan hechtte hij een dubbele balg vast met gepaste klepregelingen, waardoor hij voor onbepaalde tijd een constante nevel kon aanhouden.

De door Aaron P. Barnes (1815-1885) ontwikkelde 'Dry Spirometer' bestond uit een gesloten metalen cilinder met balg. Die balg moest de patiënt opblazen, daardoor werd een index-staaf omhoog geduwd waarop men de longinhoud kon aflezen in kubieke duim.

De draagbare spirometer die de wetenschappelijke instrumentenmaker Robert Mann Lowne (1844-1929) in 1865 patenteerde, was vervaardigd uit messing, rubber en glas en werd geleverd in een mahoniehouten kist. Hij werd door de firma Arnold and Sons gefabriceerd in Londen. De adem van de patiënt borrelde omhoog in een met water gevuld glas en duwde een glijdende gewicht hoger. Op de schaalverdeling werd de longcapaciteit aangegeven..

In 'The Lancet' van 28 oktober 1865 verscheen bij het artikel 'Lectures on Dyspnea, Lecture III' van de Engelse arts Hyde Salter (1823-1871) een tekening van de Salter Spirograph. Het toestel bestond uit twee spirometers, een kymograaf, een reeks kleppen en hefbomen. Salter was de auteur van het meesterwerk 'On Asthma: Its Pathology and Treatment', dat gebaseerd is op honderden casussen, maar vooral op zijn persoonlijke ervaringen als astmalijder. Het werkingsprincipe van het toestel was als volgt: alle ingeademde lucht werd afgeleid naar cylinder A en alle uitgeademde lucht naar cylinder B; vanuit cylinder B werd het weer in de open lucht geloosd; de lucht kon dus niet terug of werd niet opnieuw ingeademd. De inspiratie trok lucht uit cylinder A en verdreef de ingeademde lucht uit  cylinder B, en de expiratie die de uitgeademde lucht in cylinder B trok voerde niet geademde lucht in cylinder A.

Op pagina 17 van 'Die chronische Lungenschwindsucht ist heilbar: neue naturgemässe Behandlungsweise' van de Duitse arts en auteur Philipp Jochheim (1824-1880) uit Darmstadt werd een tekening gepubliceerd van de spirometer van de Duitse chirurg Gustav Simon (1824-1896).

Drie jaar na zijn eerste spirometer ontwikkelde de Engelse arts Dio Lewis (1823-1886) een nieuw exemplaar. Op pagina 259 van zijn boek 'Weak lungs and how to make them strong' raadde hij het toestel aan als trainingsmiddel voor het verstevigen van de longen.

1866

Op pagina 553 van 'The Science and pratice of medicine' beschreef de Schotse arts William Aitken (1825-1892) de Spiroscope van de Britse chirurg Alfred Gardiner Brown (1838-1882).

"De Spiroscope van Mr. A. Gardiner Brown is een nieuw en efficiënt instrument voor het bepalen van de ademhalingscapaciteit. Het is een natte meter van 6-1/2 vierkante duim, heeft een wijzerplaat met twee registers die van links naar rechts wentelen, die een volledige omwenteling markeren van respectievelijk 100 en 1000 kubieke duim en een gevulcaniseerde Indische rubberen slang van enkele voet om door te ademen. De voordelen zijn het gebruiksgemak, de compactheid, de draagbaarheid, de veiligheid van ingeperkte vloeistof en het kan zonder aanpassing meerdere keren door dezelfde persoon worden gebruikt. De lucht wordt op de oorspronkelijke temperatuur gemeten. Men moet de patiënt aanleren om een krachtige inspiratie uit te voeren en vervolgens een zo volledig mogelijke expiratie, alvorens de geregistreerde gemiddelde waarden te noteren die in verschillende tests geregistreerd werden. Het toestel moet op een geschikte hoogte worden geplaatst voor een zittende of staande persoon."

William Thomas Salter (1822-1871) koppelde een kymograaf aan een spirometer om tijdens het registreren van de luchtvolumes ook de tijd te kunnen noteren. Een kymograph (= schrijver van golven) is een toestel dat binnen een bepaalde tijdsduur de grafische weergave of ruimtelijke positie toont, waarbij de ruimtelijke as de tijd vertegenwoordigt. Het bestaat uit een met papier omwikkelde draaiende trommel, waarop een stift voor- en achterwaarts beweegt en waardoor de wijzigingen van beweging of druk geregistreerd worden. Het werd in de jaren 1840 uitgevonden door de Duitse fysioloog Carl Ludwig (1816-1895) en voor het eerst gebruikt om de bloeddruk te monitoren. Maar kort daarna ook in andere toepassingen van de geneeskunde, zoals veranderingen in spiercontracties of andere fysiologische processen. Bij sommige types is het opnamepapier gewikkeld rond een spiraalvormig ronddraaiende trommel, waardoor een continue opname mogelijk is. In andere gevallen is het een lange rol papier. Salter beklemtoonde de objectiviteit van de nieuwe technologie en beschreef tevens zijn opnames:

"Zij hebben dezelfde waarde als een foto. Wat de patiënt ook probeert, de lijnen kunnen niet 'vervalst' worden. Zij staan niet ter discussie, men kan onmogelijk zeggen dat zij het resultaat zijn van verbeeldingskracht of van fouten."

1867

De Franse arts Armand Trousseau (1801-1867) publiceerde een reeks lezingen over astma. Daarin verwees hij naar het inhaleren van doornappel, tabak, bilzekruid, belladonna, opium en de rook van arsenicum-sigaretten. Hij beschreef ook de bereiding ervan.

De Darling’s Hemlock Inhalator was vervaardigd uit hout. Hemlock of conium wordt nu erkend als gif, omdat het een hartstilstand kan veroorzaken. Maar in 1867 werd het in de 'British Pharmacopoeia' als een van de vijf inhalatiesubstanties vernoemd. De andere waren waterstofcyanide of blauwzuur, chloor, carbolineum en iodium

De Amerikaanse arts John Milton Scudder (1829-1894) publiceerde ‘On the use of medicated inhalers in the treatment of diseases of the respiratory organs’. Daarin gaf deze adept van kruidengeneeskunde een overzicht van alle mogelijkheden om medicatie toe te dienen via inhalatie. Over de Nelson’s inhalator schreef hij:

“Het meest efficiënte inhalatietoestel, zowel voor medicinale als voor eenvoudige stoomdampen ... Het is vervaardigd uit aardewerk  en naast zijn volledige aanpassing voor het doel waarvoor het bestemd is, bezit het de drievoudige aanbeveling van hygiëne, draagbaarheid en lage prijs."

Verder beschreef Scudder dat men een spons moest onderdompelen in kokend water. Vervolgens moest men zijn hoofd boven de spons houden en inhaleren. Indien gewenst kon men bepaalde medicijnen gieten op de spons, volgens hem een goedkope en efficiënte manier om medicinale stoom in te ademen. Voor geneesmiddelen zoals chloor, kon men het geneesmiddel over een doek gieten. Die werd vervolgens over het gezicht geplaatst, om op die manier de dampen te kunnen inademen. Een andere eenvoudige methode van Scudder was om een gewone wijnfles, ‘deels gevuld met warm water’ in de buurt van het aangezicht te houden en de dampen te inhaleren als ze ‘de mond van de fles’ passeerden. Scutter beschreef ook de ‘flask inhaler’ of fles-inhalator die iedere patiënt zelf kon vervaardigen met middelen uit het dagelijkse huishouden, of die men voor een schappelijke prijs  in elke winkel kon aankopen. In principe was voor het verwarmde water enkel een container nodig en een buis die de damp naar de patiënt voerde. De ‘tin cup inhaler’ was een andere goedkope manier om zelf een inhalator ineen te knutselen. Het toestel bestond uit een geperforeerd tinnen bekertje, waarin een rubberen buis werd gestoken. Via een neus- en mondstuk inhaleerde men de dampen uit het bekertje, waarin een in heet water en met medicamenten besprenkelde spons lag.

1868

Een van de meest significante verbeteringen aan de inhalator kwam in 1868 van de Schotse arts James Maxwell Adams (1817-1899), die het ketelsysteem niet meer uit glas vervaardigde. In 1879 presenteerde hij zijn ontwerp in de Glasgow Medical Journal en tien jaar later blikte hij erop terug in zijn artikel ‘On an improved apparatus for spray inhalations’. Deze inhalator was niet alleen mooi van vorm, maar gaf ook een constante, gelijkmatige, warme spray, die weinig irritatie veroorzaakte. Bovendien werkte het toestel volledig automatisch, vermoeide het de patiënt niet en vereiste het geen assistentie.

De Franse fysioloog Paul Bert (1833-1886) introduceerde de totale lichaamsplethysmografie. In een gesloten plethysmografisch systeem experimenteerde hij met dieren. Onder de titel 'Changement de pression de l'air dans un poumon pendant les deux temps de l'acte respiratoire' (Veranderingen van de luchtdruk in een long tijdens de twee respiratieperioden) presenteerde hij zijn studies aan de 'Société de Biologie'. Gelijktijdig met de plethysmografie deed hij echter geen spirometrische metingen en hij testte ook niet op mensen. De naam Paul Bert is sterk verbonden met de duikersfysiologie. Hij beschreef als eerste de verkramping die gekoppeld is aan de toxiciteit voor het centrale zenuwstelsel van zuurstof onder hoge partiële druk, het naar hem genoemde ‘Effect Paul Bert’. In 1878 publiceerde hij het recapitulatieve werk 'La Pression barométrique'. Daarin beschreef hij verschillende experimenten over de veranderingen van het menselijk lichaam veroorzaakt door atmosferische druk en zuurstofdruk. Hij deed dit met behulp van een zeer grote waterdichte caisson, die een persoon kon bevatten. Op die manier detailleerde hij de effecten van een tekort (= hypoxie) en een teveel aan zuurstof (= hyperoxie). Hij gebruikte zijn kennis bij de ontwikkeling van een met een drukregelaar uitgerust duikerspak. In 1874 bereidde hij de Franse ingenieur Joseph Croce-Spinelli (1845-1875) en diens landgenoot marine-officier Théodore Sivel (1834-1875) voor op een ballonvaart van 7.300 meter hoogte. Toen die twee ballonvaarders het jaar nadien een nieuwe ballonvaart planden met landgenoot en chemicus Gaston Tissandier (1843-1899) als gezel, schreef Paul Bert hen een brief, om hen te verwittigen dat de meegenomen zuurstofreserve onvoldoende was voor drie personen. De brief kwam echter niet tijdig aan, want enkel Tissandier overleefde de expeditie.

De apnapograaf of schrijvende spirometer van de Franse arts Leon Bergeon (1840-1912), adjunct-professor aan l'Ecole préparatoire de Médecine et de Pharmacie, werd in 1875 beschreven in het artikel 'Traité élémentaire de Physique médicale' van de Duitse fysioloog Wilhelm Wundt (1832-1920) en de Franse fysioloog Armand Imbert (1820-1922) en in 1878 op pagina 388 van het door de Schotse fysioloog John Gray McKendrick (1841-1926) en de Schotse uitgever James Maclehose (1811-1885) gepubliceerde 'A description of its function, from Outlines of Physiology in Its Relations to Man'.

"Een klep of mobiele aluminiumplaat vormt een zijde van een rechthoekige doos en staat in verbinding met een respiratoire buis die eindigt op een mond- of neusstuk. De rotatie-as van de klep heeft een zeer lichte hefboom, die op een door een uurwerk bewogen strook papier schrijft. Als er bij iedere inspiratie en expiratie lucht door de buis wordt geblazen, worden de drukvariaties van de lucht in de luchtwegen doorgegeven aan de klep die dit via de hendel noteert op het papier. Het toestel werd gegradueerd om te passen met de in kleine vierkantjes verdeelde papierbanden, elk vierkantje vertegenwoordigt een bepaalde hoeveelheid lucht. Het toestel registreert dus niet alleen de luchtdruk maar ook de hoeveelheid geïnspireerde en geëxpireerde lucht en de snelheid van de luchtstroom. Met dergelijke toestellen kan men aantonen dat als men via een krachtige expiratoire inspanning zoveel mogelijk lucht ledigt uit de longen, ze toch nog steeds een hoeveelheid lucht bevatten waarover we geen controle hebben en dat op ongeveer 100 kubieke duim kan geschat worden. Dit wordt de residuele lucht genoemd. Naast deze residuele lucht is er na een normale uitademing naast de reeds vermelde residuele lucht ongeveer 100 kubieke duim aanvullende lucht of lucht die achterblijft in de borst. Dit betekent ongeveer 200 kubieke duim lucht in de longen na een zachte uitademing. Als de inspiratie dan voorzichtig gebeurt, wordt 25-30 kubieke duim geïntroduceerd; deze gevormde tidale lucht wordt verdreven tijdens de volgende expiratie. Wij vinden dan ook dat er bij een gewone ademhaling 200 kubieke duim lucht in de longen is, en een innerlijke en uiterlijke stroom van laat ons zeggen 30 kubieke duim; maar tenslotte is het mogelijk om bij een zeer diepe en langdurig inspiratie tot 100 kubieke duim uit te voeren. Deze laatste hoeveelheid wordt complementaire lucht genoemd. Daarom is er na de diepste inspiratie 330 kubieke duim lucht in de longen, dit getal drukt de maximale longcapaciteit uit."

De Franse arts Jules Maréchal (1832-1897) uit Brest ontwikkelde een ingenieuze Pnéometer. Op de schaalverdeling van de bijhorende meter kon hij de inspiratie en expiratie aflezen. Een chronometer liet toe om ook de tijd te registreren.

Léon Bergeon (1840-1912), die later benoemd werd tot adjunct-professor aan l'Ecole préparatoire de Médecine et de Pharmacy, presenteerde in september 1868 de eerste schrijvende spirometer aan l'Académie des Sciences de Paris. Hij merkte op dat de toestellen die op dat ogenblik in Frankrijk op de markt waren, ondanks hun onbetwistbare bruikbaarheid, zeer zeldzaam waren en dat ze lang niet zo frequent gebruikt werden als ze zouden verdienen. De oorzaken van dit diskrediet waren meervoudig. De spirometers waren moeilijk te gebruiken aan het bed van de patiënt. De meeste waren zwaar en omvangrijk en hadden een bepaalde hoeveelheid water nodig om ermee te kunnen werken. Bovendien leverden ze vaak gebrekkige resultaten op en dit om twee redenen. De eerste reden was inherent aan de gebruikte tips, de tweede was te wijten aan de vereiste delicate manoeuvres. Dit kwam omdat de spirometerpunten op de mond werden gebruikt, ademen door de mond is geen normale ademhaling. Daarom stelde hij de de schrijvende spirometer Anapnograaf voor van Bergeon, die volgens het principe van de sphygmograaf van Etienne-Jules Marey (1830-1904) geconstrueerd was. Eigenaardig genoeg moest de patiënt via de neus in- en uitademen.

1869

De Duitse arts Louis Waldenburg (1837-1881) beschreef hoe hij door het voortdurend gebruik van inhalatie een astmapatiënt volledig genas. Hij gebruikte natriumchloride om de slijmen visceus te maken en olie van terpentijn voor het stimuleren van de slijmklieren.

De American Meter Company vervaardigde een spirometer, die gebaseerd was op een 'droge gas'-meting, die de Amerikaanse astronoom Benjamin Apthorp Gould (1824-1896) ontwikkelde voor zijn studies op soldaten in oorlogsomstandigheden.