Door het meten van de volumeveranderingen van de thorax tijdens het in- en uitademen en via ingewikkelde berekeningen, kon de Duitse arts Johann Nathanael Lieberkühn (1711-1756) het ingeademde volume bij benadering bepalen.
Daniel Bernouilli (1700-1782) was een in Nederland geboren lid van een Zwitserse wiskundige familie. Zijn belangrijkste werk wordt als de basis beschouwd van de eigenschappen van flow, druk, densiteit en snelheid van vloeistoffen en mondde uit in het Bernouilli-principe. Hij beschreef een methode om uitgeademde lucht te meten. In 1738 omschreef hij gas als een zwerm bewegende partikeltjes en toonde hij aan dat temperatuursverhogingen de druk doen stijgingen. Ook het idee van het bewaren van mechanische energie in een wrijvingsvrij proces is van zijn hand. In 1738 publiceerde hij het Bernouilli-principe in zijn verhandeling ‘Hydrodynamica’, de hoeksteen van het Doppler-onderzoek in de huidige cardiale haemodynamica. Hij formuleerde de relatie van drukverval bij het inbrengen van een obstructie in een flowkanaal naar het flowbereik er doorheen. Gelijke verdeling kan interfereren door het samenvoegen van het uitdrukken van de gasdruk als functie van de gemiddelde kinetische energie bekomen door de klassieke Bernouilli redenering en de ideale gaswet. Soms vereist een afleiding van gelijke verdeling echter meer.
Een alternatieve aanpak voor het meten van respiratoire volumes was die van Herman Boerhaave (1668-1738). Hij liet een man tot aan de schouders in een met water gevulde ton zitten. Daarna vroeg hij hem om een krachtige inspiratie te doen en na die borstdilatatie registreerde hij de stijging van het waterniveau. In feite was dit de voorloper van de body-plethysmografie, hoewel het hoofd van de proefpersoon boven het water uitstak en de lucht werd ingeademd vanuit de kamer. Boerhaave was een Nederlandse arts, anatoom, botanicus, scheikundige, humanist en onderzoeker. Hij was hoogleraar en bekleedde een hele poos drie van de vijf leerstoelen aan de medische faculteit van de Universiteit van Leiden, waarvan hij ook rector magnificus werd. In diezelfde stad was hij ook directeur van de Hortus Botanicus. Niet alleen was hij een begenadigd docent, maar ook één van de bekendste personen in Europa. Het bewijs hiervan is dat een brief uit China geadresseerd aan 'Herman Boerhaave–Europa', probleemloos werd afgeleverd. In het St Cecilia Hospitaal van Leiden introduceerde hij de moderne methode van clinical teaching, die tot op heden nog steeds de basis vormt van een medische opleiding en die eruit bestaat om de studenten mee te nemen naar het ziekbed van de patiënt.
De Edinburghse arts Robert Menzies (1739-1800) rapporteerde het gebruik van de Boerhaave-methode bij een proefpersoon die ondergedompeld was in een met water gevuld 'hog’s head' (wijnvat). Zijn poging om de inspiratoire capaciteit te meten werd echter gedwarsboomd, omdat het water overstroomde en uit het vat liep. 'Dissertation on Respiration' van Menzies uit 1796 illustreerde deze en andere methoden uit die tijd.