WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1966-1967

1966


De Amerikaanse cardioloog Robert E. Mason (1917-2012) en zijn assistent Ivan Likar van de Johns Hopkins University School of Medicine uit Baltimore, verbeterden het 12-kanalige ECG systeem voor gebruik bij inspanningstesten.

 

De rechterarm elektrode werd op de punt van de infra-claviculaire fossa media geplaatst aan de grens van de deltoïdspier en twee cm onder de laagste grens van de clavicula. Op dezelfde manier werd de linkerarm elektrode aan de linkerzijde geplaatst. De linkerbeen elektrode werd op de linker iliacale kam geplaatst. Hoewel dit systeem de variabiliteit in de ECG-opname reduceerde tijdens de inspanning was het niet meteen het equivalent van de standaard afleidingsposities. Het Mason-Likar-afleidingssysteem scheen het ECG te vervormen met een rechtse verschuiving van de QRS-as, een reductie van de R-golf amplitude in afleiding I en aVL, en een significante toename in de R-golf amplitude in afleidingen II, III en aVF.

1967

Om de kwaliteit van de Duitse sportartsen te verbeteren, werd de zogenaamde ‘Zusatzbezeichnung Sportmedizin’ ontworpen.

1967


De Collins loopband uit 1967 voor stationair oefenen waarmee men snelheden van 1 tot 8 mijl/uur kon halen. Met de optionele 'Electrolift' bereikte men stijgingspercentages tot 16°.

1967

In 1967 richtte het Internationaal Olympisch Comité (IOC) een medische commissie op met drie fundamentele doelstellingen:

  1. Het beschermen van de gezondheid van de atleten, 

  2. Het naleven van de medische ethiek en de sportethiek

  3. De gelijke behandeling van alle atleten tijdens wedstrijden.

Dit voorbeeld kende navolging, want iedere internationale sportfederatie startte met een eigen medische commissie onder toezicht van een arts.

1967

Noorwegen startte in 1967 het TRIM-programma waarbij mensen gestimuleerd werden om zoveel mogelijk aan aantrekkelijke en individuele sporten deel te nemen. Zweden volgde in 1973 en Quebec in 1975 met het Kino-Quebec-programma. Andere landen introduceerden de lichamelijke activiteit in het algemeen kader van gezondheidsbevordering: Zwitserland, West-Duitsland, Japan... De Verenigde Staten daarentegen hadden geen homogeen federaal programma, elke staat had zijn eigen strategie.