In oktober 1945 stipuleerde het Franse decreet over de medische controle op fysieke en sportieve activiteiten:
“Het volstaat om atleten te helpen om zich rationeel te oriënteren naar een activiteit van lichamelijke opvoeding en sport die aansluit bij hun gezondheid en hun ontwikkeling."
Deze aanpak werd in 1946 uitgebreid met nieuwe orders die betrekking hadden op de medische verklaring om te sporten en met het creëren sportgeneeskundige centra of CMS. Gelijktijdig werd in de faculteiten Geneeskunde voor artsen een gespecialiseerde opleiding ‘sportieve hygiëne’ gestart. In 1951 werd Professor Chailley-Bert (1890-1970) in Parijs tot eerste dekaan benoemd van de afdeling Sportgeneeskunde.
Professor Jirí Král (1899-1995) (zittend op de foto) stichtte aan de medische faculteit.van de Praagse Masaryk University het eerste Tsjechoslowaakse instituut voor Sportgeneeskunde. Hij introduceerde er de eerste draadloze transmissie van hartslag en cardiologische waarnemingen tijdens sportevenementen.
Een spirometer door Francis Gano Benedict (1870-1957) en P. Roth ontwikkeld in 1945, die de firma Collins op de markt bracht
Het gesloten-circuit respiratietoestel van Francis Gano Benedict (1870-1957), P. Roth en Collins, waarmee het zuurstofverbruik bij kleine proefdieren gemeten werd.
Een gebruiksklare Douglas Bag uit 1945.
Na de tweede Wereldoorlog bestudeerden een hele rits belangrijke artsen de invloed van inspanningen op het menselijk lichaam. Een groot deel van dit baanbrekende werk kwam op rekening van de Amerikaanse Professor L.O. Thomas K. Cureton Jr. (1901-1992), de stichter van het Research Laboratory aan de Universiteit van Illinois. Op veertig jaar tijd publiceerde hij meer dan duizend artikels, boeken en monografieën over fysieke fitness, vooral de invloed hiervan op het cardiovasculaire en metabole systeem.