Onder de titel 'Science is striving to determine the secrets
of Veteran’s Performance' werd in een Amerikaans tijdschrift naar het fysieke onderzoek van de Amerikaanse lange afstandsloper Clarence
DeMar (1888-1958) verwezen, die op de Olympische Spelen van 1924 in
Parijs brons won op de marathon
en die zich nu voor zijn vierde Olympische deelname voorbereidde. Het
onderzoek gebeurde met veldtesten, probleempje was echter dat de arts
moest meelopen met de atleet.
De cardiologen S. Goldhammer en David Scherf (1899-1977) (foto) stelden het gebruik van een ECG voor bij matige inspanning als diagnosehulp van coronaire insufficiëntie. Zij noteerden dat tijdens de inspanningsproef een ST-depressie slechts bij 75% van de anginapatiënten aanwezig was.
Professor Charles McCloy (1886-1959), een inspanningsfysioloog aan de State University van Iowa, argumenteerde in de vakliteratuur voor de terugkeer naar de doelstellingen van de lichamelijke gezondheid en ontwikkeling. Hij schreef de bijdragen 'How about some muscle?' (1932), 'Endurance' (1934), 'Forgotten objectives of physical education' (1933) en 'Why not some physical fitness?' (1935).