In het Harvard Fatigue Laboratory toonde de Amerikaanse fysioloog Lawrence Henderson (1878-1942) aan dat een duurtraining door het dalend slagvolume en de dalende hartslag bij rust de efficiëntie van het cardiovasculaire systeem verbetert.
Het aantal Duitse sportartsen groeide gestaag, in 1927 werden er reeds 2.500 genoteerd. Op het vijfde Duitse congres voor Sportgeneeskunde in Berlijn, waar Professor Walter Schnell (1891-1960) tot nieuwe voorzitter verkozen werd, noteerde men voor het eerst sportartsen uit twaalf verschillende landen
De Berlijnse Professor Wilhelm Baetzner (1879–1964) publiceerde ‘Sportschäden am Bewegungsapparat’, dat hij opsmukte met 28 afbeeldingen.
De Nederlandse arts Herman Reijs (1883-1948) richtte in 1927 het eerste sportkeuringsbureau op. Vrij vlug volgden er nog meer en die verenigden zich op 2 mei 1930 in de Federatie van Bureaux voor Medische Sportkeuring.
In de Verenigde Staten betekende de benoeming van David Bruce Dill (1891-1986) tot directeur van het Fatigue Laboratory van de Harvard Uinversity een enorme stap vooruit in het humane fysiologie onderzoek. Tot op dat ogenblik was hij beroemd geworden door zijn onderzoek van krokodillenbloed. Hij werd ook tot president van de American Physiological Society verkozen.