WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1912

1912

De Brit Sir Adolphe Abrahams (1883-1967) was in 1912 de eerste arts die alle Britse Olympische teams vergezelde naar de Olympiade van Stockholm. Hij zou dat blijven doen tot en met de Spelen van 1948 in eigen land. Hij wordt beschouwd als de ‘belangrijkste autoriteit op medisch sportgebied’. In 1952 richtte hij de British Association of Sports Medicine (BASM), op, na een gesprek met zijn collega William Tegner (1906-1971), het hoofd van de dienst Physical Medicine of the Royal Society of Medicine. Abrahams wordt beschouwd als de grondlegger van de Britse sportwetenschap. Hij was ook de voorzitter van de British Association of Sports and Medicine, en een Fellow van de Royal Society of Medicine.

De Amerikaanse fysioloog Francis G. Benedict (1870-1957) en zijn Schotse collega Edward Provan Cathcart (1877-1954) publiceerden 'Muscular Work, A Metabolic Study with Special Reference to the Efficiency of the Human Body as a Machine', waarin ze beschreven hoe ze een professionele wielrenner aan verschillende kadansen onderwierpen en gelijktijdig zijn metabolisme bestudeerden.

Het door Francis Gano Benedict (1870-1957) ontworpen apparaat, dat in Washington in het Nutrition Laboratory van het Carnegie Institute zeer veel gebruikt werd bij onderzoek tijdens rust en oefenen, bestond uit een buizencircuit waarrond via een ventilator lucht gedreven werd. De proefpersoon ademde in en uit het circuit terwijl waterdamp en CO2 geabsorbeerd werden en de zuurstof deficiëntie gecompenseerd werd volgens het principe van Henri Regnault (1810-1878) en Jules Reiset (1818-1896).

Francis Gano Benedict (1870-1957) wordt als één van de meest prominente onderzoekers op het vlak van respiratoir metabolisme beschouwd. In 1894 studeerde hij af aan de 'Harvard University' en aan de Universität Heidelberg voltooide hij zijn PhD 'magna cum laude' met de thesis 'Ueber die Jodoniumbasen aus p-Bromjodbenzol'. Bij zijn terugkeer in de Verenigde Staten moedigde Professor Wilbur Atwater (1844-1907) hem aan om de fysiologie en de nutritie te onderzoeken. Hij werd staflid van Atwater en in een tijdspanne van twaalf jaar deden ze meer dan vijfhonderd experimenten over rust, oefening en dieet waarbij ze de Atwater-Rosa respiratiecalorimeter gebruikten, die later bekend werd als de Atwater-Rosa-Benedict calorimeter. Een reeks studies, die zowel publiek als wetenschappelijk aandacht trokken, betrof de fysiologische activiteit van alcohol. Ze vonden dat alcohol warmte-energie leverde en dat het de lichaamsweefsels tegen catabolisme kon beschermen. Deze studieresultaten oogstten een storm van kritiek bij de organisaties van geheelonthouders. In 1897 trouwde Benedict met Cornelia Golay (1870-?), die afstudeerde als biologe. Samen publiceerden ze heel wat onderzoeken uit het 'Nutrition Laboratory'. Benedict bouwde een reeks calorimeters, met inbegrip van het 'gesloten circuit' respiratietoestel en calorimeter. Het resultaat van al dit werk was dat hij in 1907 door het 'Carnegie Institute' van Washington tot eerste directeur van het 'Boston Nutrition Laboratory' benoemd werd, waar hij verder ging met de constructie van calorimeters. Ondermeer het Benedict-apparaat dat het basale metabolisme mat.

Benedict was ook betrokken bij metabole studies over leeftijd, geslacht, lengte en gewicht en in een intensief onderzoek over het respiratoir metabolisme bij diabetes werkte hij samen met de Amerikaanse diabetoloog Elliott Proctor Joslin (1869-1962).

Toen hij in 1907 in Kopenhagen het labo van de Deense Professor fysiologie Christian Bohr (1855-1911) bezocht, ontmoette hij Professor August Krogh (1874-1947), die hij in de zomer van 1908 vergezelde naar Groenland waar ze de excretie van Eskimo's bestudeerden.

Het 'Zuntz-Geppertscher Respiratietoestel' dat de Duitse Professor Nathan Zuntz (1847-1920) in 1912 gebruikte voor zijn studie 'Zur Physiologie und Hygiene der Luftfahrt'. Dank zij deze publicatie werd de luchtvaartgeneeskunde en -fysiologie een onafhankelijk onderzoeksgebied binnen de Geneeskunde en werd Zuntz de nestor van die specialisatie genoemd.

De Britse fysioloog Sir Joseph Barcroft (1872-1947) werd vooral bekend voor zijn onderzoek naar de zuurstofvoorziening van het bloed. Nadat hij afstudeerde startte hij een onderzoek naar hemoglobine, waarbij hij er niet voor aarzelde om zelf proefpersoon te spelen. Zo verbleef hij zeven dagen in een glazen kamer voor het meten van de hoeveelheid zuurstof die het menselijk lichaam minimaal nodig heeft om te kunnen overleven. Hij onderzocht de zuurstoffysiologie ook op extreme hoogten, waarvoor hij expedities organiseerde naar de top van Tide in Tenerife (1910), naar de Monte Rosa (1911) en naar het Andesgebergte in Peru (1922). Van 1925 tot 1937 hield hij de leerstoel fysiologie in Cambridge. Zijn laatste onderzoek met betrekking tot de foetale respiratie startte hij in 1933.

In de zomer van 1912 werden in Stockholm de vijfde Olympische Spelen betwist. Emil Ketterer (1883-1959) was niet alleen medisch begeleider van het Duitse team maar nam zelf ook deel aan de 100m. Terugblikkend op de medische begeleiding poneerde hij later:

Op dat ogenblik stond de medische voorbereiding op de Olympische Spelen nog in zijn kinderschoenen. Van een systematische medische zorg was toen nog geen sprake. Zo kreeg ik van hoofdarts Carl Diem (1882-1962) aanvankelijk enkel de taak om de atleten vooral sociaal en indien nodig ook medisch te begeleiden. Later werd het team aangevuld met Martin Brustmann (1885–1964) en Arthur Mallwitz (1880-1968). Maar praktische gevolgen en gebruik van medische kennis waren er niet omdat er in Stockholm aan de ene kant geen specifieke behandelingsbehoeften optraden en er anderzijds geen faciliteiten voor sportmedisch onderzoek beschikbaar waren.”

In september 1912 werd in het Golfhotel van het Duitse Oberdorf/Thüringen onder leiding van de Duitse sportarts Arthur Mallwitz (1880-1968) het 'Erste Kongress zur wissenschaftlichen Erforschung des Sportes und der Leibesübungen' georganiseerd. Tijdens dit congres werd het 'Deutsches Reichskomitee für die Wissenschaftliche Erforschung des Sportes und der Leibesübungen' opgericht. Het was de start van georganiseerde Sportgeneeskunde. De voordrachten omvatten een brede waaier aan vraagstellingen, met nadruk op fysiologische en internistische aspecten van het sportmedisch onderzoek. Nochtans ontbraken de orthopedische en traumatologische aspecten, wat vooral te wijten was aan het feit dat de organisatoren vooral Internisten en Fysiologen waren. De Oostenrijkse internist Friedrich Kraus (1858–1936) zat het Congres voor en besprak zelf het thema 'Sportübertreibung', Alexander Strubell (1872-?), een cardioloog uit Dresden 'Das Elektrokardiogramm der Schwimmer', Arthur Mallwitz (1880–1968) refereerde naar 'Sport und Sexualität', de Duitse fysioloog Nathan Zuntz (1847-1920) had het over 'Wert der Physiologie für die Leibesübungen'. Ook was er een opmerkelijke bijdrage van Rahel Hirsch (1870-1953), een vrouwelijke arts uit Berlijn, die het thema 'Die körperliche Ertüchtigung der Frau' uit de doeken deed.

Tijdens het congres werd de eerste vereniging van sportartsen opgericht. De vijftig aanwezige artsen besloten een vaste commissie in te stellen voor ‘het wetenschappelijk onderzoek naar sport en lichaamsbeweging’.

Het net opgerichte Deutsches Reichskomitee für die Wissenschaftliche Erforschung des Sportes und der Leibesübungen stelde zich tot taak om in Berlin-Charlottenburg een sportwetenschappelijk instituut op te richten. Op basis van studies op atleten zouden de effecten van fysieke training op het menselijk lichaam geïdentificeerd worden tijdens het beoefenen van verschillende sporten en daardoor zou het sportmedisch onderzoek bevorderd worden. De Duitse turnbond kantte zich tegen het gebruik van de term ‘sport’, omdat die in hun ogen pure prestaties, sensatiezucht en propaganda inhield, zonder als gezondheidsbevorderende component bruikbaar te zijn.

Samen met zijn broers Iver (1879-1937) en Gus (1882-1913) emigreerde de Zweedse renner John Lawson (1871-1916) naar de Verenigde Staten waar ze aan heel wat Zesdaagsen deelnamen. John's bijnaam was 'The Terrible Swede' en hij won heel wat wedstrijden wereldwijd. Op de foto laat hij zich door zijn persoonlijke masseur onder handen nemen.