De Zwitserse fysioloog Jules Jacquet (1865-1937) bouwde een assymetrische kamer van 1,4 m³ met een open-circuit systeem waarbij zuivere lucht via een pomp in de kamer werd gepompt. De proefpersoon kon zitten of liggen en via een natte gasmeter werd een klein staaltje lucht afgenomen aan een tempo bepaald door de rotatie van de trommel van de meter. De CO en de zuurstof werden bepaald via een apparaat van het Petterson-type.
De Duitse fysioloog Nathan Zuntz (1847-1920) testte zijn draagbare gasmeter niet alleen tijdens het marcheren, maar ook tijdens het fietsen, het typen tijdens kantooruren, het spelen van muziek,
tijdens ballonvaarten en zelfs tijdens het zwemmen. Dit laatste was het allereerste experiment van dat genre.
Omdat de ademhalingstoestellen van Nathan Zuntz
(1847-1920) zowel voor het bepalen van de koolstofdioxideproductie gebruikt konden worden als
voor het bepalen van het zuurstofverbruik,
was het ook mogelijk om over relatief korte tijdsintervallen vrij nauwkeurig de metabolische veranderingen te registreren. Meer
bepaald de directe bepaling van de respiratoire quotiënten (RQS).
Dit was een belangrijk voordeel vergeleken met de procedure van de in die tijd op grote schaal gebruikte ademhalingskamer van Max Joseph von Pettenkofer (1818-1901), die enkel een directe meting van de CO2 vrijgave toeliet. Met de Pettenkofer-procedure kon men het ademhalingsquotiënt enkel indirect bepalen door het wegen van de proefpersoon voor en na het experiment. Het verkregen verschil werd aan alle lichamelijke excreties (CO2, waterdamp, urine, ontlasting, enz.) toegevoegd en alle innames werden van die som afgetrokken. Het resterende bedrag vertegenwoordigde dan de zuurstofopname.
'Santé, Beauté, Force' was de slogan van de Franse academicus en fotograaf Edmond Desbonnet (1867-1953). Hij
plaatste de lichamelijke opvoeding in Frankrijk in het voetlicht met
publicaties in fitnesstijdschriften en door een
keten van oefenclubs te openen. Hierbij gebruikte hij heel wat foto's van mannelijke en
vrouwelijke atleten. Dit legde een sterke basis voor de fysieke cultuur in Europa, maar ook voor fitness als industrie. Op het hoogtepunt van zijn populariteit, had hij meer dan tweehonderd
fitnesscentra en een aantal van de beroemde vroege sterke mannen en
bodybuilders waren fervente voorstanders van de Desbonnet-methode. Vanuit Londen lanceerde hij het jiu-jitsu in Frankrijk, waarvoor hij een speciale gevechtszaal opende op de Parijse Champs-Élysées.
In
het Franse Reims werd 'Au collège d'athlètes' opgericht, waar atleten
op alle mogelijke vlakken begeleid werden. Uiteraard werd er ook
gemasseerd.
Ook in Aix-les-Bains startte men met thermen, waar heel wat verschillende massage-vormen werden toegepast.