De Franse neuroloog Guillaume-Benjamin Duchenne (1806-1875) wordt als de vader van de elektrotherapie beschouwd.
Hij gebruikte die techniek in het Parijse l'Hôpital de la Salpêtrière waar via galvanische stroom gelokaliseerde elektrificatie op spieren of zenuwen werd toegepast. De werkwijze hielp ook bij de de functiebepaling van elke spier van het menselijk lichaam en bij de diagnose van bepaalde ziekten en het lokaliseren van hun origine.
De Franse Professor neurologie Jean-Martin Charcot (1825-1893) installeerde in het Parijse l'Hôpital de la Salpêtrière een volledig kabinet van elektrodiagnostiek en elektrotherapie, waarvan hij de directie vertrouwde aan Dokter Romain Vigouroux (1831-1911)
De patiënten werden er met waterbaden, statische elektriciteit, galvanische en inductiestromen behandeld.
In 1881 verscheen het 'Lehrbuch der Physikalischen Heilmethoden' van de Duitser Michael Joseph Rossbach (1842-1894), hoogleraar Geneeskunde aan de Universität Würzburg. Het was een van de allereerste leerboeken op het vlak van 'fysische therapie'. In zijn voorwoord gaf hij aan dat de zogenaamde 'physikalische Heilmethoden und -mittel' voor het voorkomen en genezen van ziekten tijdens de laatste decennia binnen de Geneeskunde steeds nadrukkelijker op de voorgrond waren getreden. Rossbach sprak zijn ongerustheid uit over de ongebreidelde groei en de toenemende specialisatie binnen deze terreinen. Door de zogenaamde elektro-, hydro- en pneumotherapeuten en bezitters van inrichtingen voor gymnastiek, orthopedie en massage ontstond het gevaar om een eenzijdige kijk op de Geneeskunde te ontwikkelen. Dit zou een kritisch onderzoek naar de werking van deze methoden in de weg staan en dat onderzoek was voor Rossbach van primordiaal belang.