WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1781-1800

1782

De eerste ijscaloriemeter was een ontwikkeling van de Frans-Schotse arts Joseph Black (1728-1799), de Franse wetenschapper Antoine Lavoisier (1743-1794) en de Franse mathematicus en astronoom Pierre-Simon Laplace (1749-1827). 

In de winter van 1782 gebruikte men hem voor het bepalen van de afgegeven hitte in verschillende chemische veranderingen. De berekeningen waren gebaseerd op de eerder door Black ontdekte latente hitte. Deze experimenten betekenden het begin van de thermische scheikunde. Op die manier ontdekten Lavoisier en Laplace dat de door Guïnese biggetjes afgegeven warmte in een ijscaloriemeter ongeveer gelijk was aan de warmte die in dezelfde tijdsperiode geproduceerd zou worden door de oxidatie van het koolstofequivalent tegenover de afgegeven warmte van het door het Guinese biggetje geproduceerde koolstofdioxide. Daardoor legden ze een relatie tussen directe en indirecte calorimetrie.

1782

Pedometer van de Zwitserse horlogemaker Abraham-Louis Perrelet  (1729-1826)

1786


De ontwikkeling van het ECG startte met de ontdekking van elektrische potentialen in levend weefsel. Dit elektromotief effect werd voor het eerst onderzocht door de Italiaanse anatoom Aloysio Luigi Galvani (1737-1798). Tijdens zijn experimenten demonstreerde hij dat spieren elektriciteit kunnen genereren. Galvani noteerde dat gedissecteerde kikkerpoten samentrokken als de rurale zenuwen met een metalen scalpel gestimuleerd werden. Op 20 september 1786 schreef hij:

"Ik dissecteerde en prepareerde een kikker op de normale manier. Terwijl ik iets anders deed legde ik hem op een tafel waarop een elektrische machine op enige afstand van zijn conductor stond en door een belangrijke ruimte ervan gescheiden. Toen één van mijn assistenten toevallig de innerlijke rurale zenuwen van de kikker lichtjes aanraakte met de punt van een scalpel, trokken alle spieren van de poten samen, alsof ze door krachtige krampen werden aangetast."


Later toonde hij aan dat het direct contact met een elektrische generator tot spiercontractie leidde. Galvani gebruikte ook koperen haken die aan het ruggenmerg van de kikker gekoppeld werden en opgehangen waren aan een ijzeren reling in zijn tuin. Hij noteerde dat de kikkerpoten tijdens onweer samentrokken maar ook bij goed weer. Hij interpreteerde deze resultaten in termen van 'dierlijke elektriciteit' of het behoud van 'neuro-elektrische vloeistof' zoals bij een elektrische aal. Later toonde hij ook aan dat het elektrisch stimuleren van een kikkerhart tot contractie van de hartspieren leidde. Galvani ontdekte ook dat als men de zenuw van een kikker op de gekwetste spier van een andere kikker plaatste, de spieren van de eerste kikker samentrokken.

1786

In 1786 claimde Thomas Jefferson (1743-1826), de derde president van de Verenigde Staten, de uitvinding van de pedometer. Omdat hij nooit een patent nam op het toestel moet het vooral als historische speculatie beschouwd worden. Het toestel werd aan de riem van de proefpersoon gebonden en soms ook ‘Tomish meter’ genoemd. Om de afgelegde afstand te meten zwaaiden gewogen, metalen ballen binnen het toestel op een slinger. Het toestel was weinig accuraat maar gaf  slechts een ruwe schatting van de afgelegde weg.

1788

De Ierse arts Adair Crawford (1749-1795) bouwde de eerste calorimetrische ademhalingskamer voor de simultane meting van gasuitwisseling en warmteproductie.

Net als Antoine Lavoisier (1743-1836) gebruikte Crawford een ruimte met drie compartimenten (A). Maar anders dan bij Lavoisier, gebruikte hij water in plaats van ijs, waardoor de omstandigheden in de calorimeter het metabolisme waarschijnlijk veel minder beïnvloedden. Een reeks potten en bakken (B, C, D) werd achtereenvolgens geledigd en opnieuw met water gevuld via afsluiters T, U, en V, die de kamerlucht in de potten verplaatsten voor analyse. De gasmetingen met dit apparaat waren niet bevredigend.

1789

Samen met de Franse fysioloog Armand Seguin (1767-1835) voerde Antoine Lavoisier (1743-1794) ademhalingsexperimenten uit op mensen bij twee verschillende omgevingstemperaturen, waarmee ze de eerste humane basale metabolische waarden bepaalden.

Niet alle details zijn gekend over het toestel, wel is geweten dat ze een gezichtsmasker gebruikten en dat de uitgeademde lucht verzameld werd en vervolgens geanalyseerd werd op zuurstof en koolstofdioxide.

1790

De moderne wetenschap heeft heel wat aan de experimenten van Lavoisier te danken, vooral op het vlak van gasuitwisseling. In november 1790 rapporteerde hij:

  1. De hoeveelheid zuurstof door een man geabsorbeerd in rust bij een temperatuur van 26°C is 1200 kubieke duim per uur.

  2. De hoeveelheid zuurstof die nodig is bij een temperatuur van 12°C stijgt tot 1400 kubieke duim

  3. Tijdens de spijsvertering stijgt de hoeveelheid zuurstof tot 1800 à 1900 kubieke duim

  4. Tijdens oefenen kan de hoeveelheid opgenomen zuurstof meer dan 4000 kubieke duim zijn.

1794


Johann Christoph Friedrich GutsMuths (1759-1839) was een Duitse leraar en pedagoog, die vooral bekend werd voor zijn rol in de ontwikkeling van de lichamelijke oefening. GutsMuths legde de nadruk op de lichamelijke ontwikkeling van leerlingen en vestigde de aandacht op de pedagogische waarde van lichamelijke oefening. Omdat mensen op latere leeftijd niet uit zichzelf leerden zwemmen vond hij dat de zwemles een deel van de opvoeding moest zijn. Hij ontwikkelde ook de basisprincipes van de artistieke gymnastiek, waardoor hij beschouwd wordt als de 'Overgrootvader van de gymnastiek'.


Zijn boek 'Gymnastik für die Jugend' werd in 1800 gepubliceerd en was een standaardreferentie voor de lichamelijke opvoeding in de Engelstalige wereld. De afbeelding hierboven toont enkele apparaten die men in het boek kon terugvinden.

1794


De Duitse arts Christoph Wilhelm Hufeland (1762-1836) publiceerde het boek 'Gemeinnützige Aufsätze zur Beförderung der Gesundheit, des Wohlseyns und vernünftiger medizinischer Aufklärung' over de betekenis van de verschillende soorten lichamelijke oefening voor de menselijke gezondheid en levensverwachting .

1798

 

De Gymnasticon was een uitvinding van de Engelsman Francis Lowndes. De originele functie van het toestel was het oefenen van gewrichten, maar het toestel mag gerust als de voorloper van de ergometer beschouwd worden. De Gymnasticon was opgebouwd uit een reeks vliegwielen waarbij de voeten houten pedalen aandreven en de armen krukassen. Via springveren kon men de weerstand verhogen.

1798


De Regnier Isometric Dynamometer werd in 1798 in Londen gefabriceerd naar tekeningen van de Franse Burgerlijk Ingenieur en geweermaker Edme Regnier (1751-1823). Men gebruikte het toestel voor het beoordelen van de menselijke spierkracht en voor het bepalen van de klinische progressie van neuromusculaire zwakte. Met deze dynamometer kon men twee krachten meten: de drukkracht door de dubbele stalen bogen te grijpen en te knijpen, de trekkracht door aan een van de stalen bogen de trekken.

1798


In 1798 startte Professor Franz Nachtegall (177-1847) als eerste een turnvereniging in Denemarken. In 1804 organiseerde hij het turnen in het leger en met de steun van koning Friedrich VII (1808-1863) initieerde hij in 1814 in zijn land ook het schoolturnen voor jongens en 24 jaar later voor meisjes. In 1839 stichtte hij een staatsnormaalschool voor de opleiding van turnleraars.