Ongelukkig genoeg verminderde het belang van lichaamsoefeningen tijdens de donkere Middeleeuwen. De vooruitgang van de Geneeskunde was in die periode pover en de religieuze strengheid verhinderde elk onderzoek naar menselijke anatomie en fysiologie. Hierdoor bleef de empirische theorie van de vier lichaamssappen van de Griekse arts Hippocrates (460-370 v.C.) en de Grieks/Romeinse arts Galenus (131-201) tot aan de Renaissance bestaan.
Het Christendom veroordeelde een 'ongepaste' lichaamsverzorging.
Ze werd dan ook niet meer toegepast en de monniken/artsen vonden bezweringen geschikter dan massage en gymnastiek, waardoor die in de vergetelheid geraakten.
De hygiëne werd verlaten, de baden en de thermen werden verwoest en de lichaamsverzorging werd als een nutteloze luxe beschouwd.
De manuele en de mechanische therapie kwam dan ook in handen van charlatans.
Toch refereerde de Spaanse arts en filosoof Arnaldo de Villanova (1238-1311) samen met zijn Italiaanse collega's, Pietro de Abano (1257-1315) en Giovanni di Michele Savonarola (1385-1468) naar de concepten van Perzische filosoof en arts Avicenna (980-1037).
Arnaldo de Villanova (1235–1313) was een Spaanse alchemist, astroloog en arts. Na heel wat studiejaren in Montpellier en een verblijf aan het hof van Aragon trok hij naar Parijs waar hij een stevige reputatie opbouwde. Maar hij haalde zich de toorn van de geestelijken op de hals en moest noodgedwongen vluchten naar Sicilië, waar hij asiel kreeg. In 1313 werd hij naar het ziekbed van Paus Clemens V (1264-1314) geroepen, maar Villanova stierf tijdens zijn reis naar Avignon. Hij vertaalde heel wat medische werken uit het Arabisch, waaronder die van de Perzische arts Avicenna (980-1037), de Syrische arts Qusta ibn Luqa (820-912) en de Grieks/Romeinse arts Galenus (131-201). Hij ontdekte het koolmonoxide en de zuivere alcohol.
Pietro de Abano (1257-1315) was een Italiaanse arts, filosoof en astroloog die geneeskunde en filosofie studeerde aan de Universiteit van Padua. Na een verblijf in Constantinopel en Parijs doceerde hij in Padua vanaf 1306 geneeskunde en natuurfilosofie. Omdat hij zich sterk rationalistisch had opgesteld tegenover het miraculeuze en bovennatuurlijke (zo verklaarde hij onder meer de dood van Christus als een schijndood), werd hij veroordeeld als ketter. Hij stierf echter nog voor de inquisitie het definitieve vonnis velde, niettemin werd zijn lijk opgegraven en verbrand.
Giovanni di Michele Savonarola (1385-1468) was een Italiaanse humanist, schrijver en wetenschapper en een van de meest gerenommeerde artsen uit zijn tijd. Van 1419 tot 1437 doceerde hij aan de Universiteit van Padua, maar nadien vestigde hij zich in Ferrare waar hij lijfarts werd van markies Nicolas III d’Este (1383-1441). Savonarola publiceerde heel wat werken, zijn belangrijkste was 'Pratica Maior. Pratica de egritudinibus a capite usque ad pedes'. Hij volgde de voetsporen van Pietro de Abano (1257-1315) en bestudeerde de Thermen van Abano, waarna hij 'De balneis et thermis naturalibus Italiæ' publiceerde waarin hij het thermalisme behandelde dat in de streek van Padua al beoefend werd sedert het Romeinse tijdperk.
Het was enkel dank zij de hernieuwde interesse voor de auteurs van vroegere tijden dat de geneeskunde een heropbloei kende tijdens het Humanisme en dat de denkbeelden, ontdekkingen en onderricht van de oude tijden verder werden ontwikkeld.
De Italiaanse humanist Vittorino da Feltre (1373-1446) was een van de eerste moderne opvoeders. In 1420 opende hij een populaire school waar, buiten het humanisme de nadruk vooral op lichamelijke opvoeding lag.
De Duitse theoloog en filosoof Nicolas van Cusa (1401-1464) introduceerde het concept van de directe relatie tussen polsmeting en ziekte.
Tekeningen van Leonardo da Vinci (1452-1519) uit de vijftiende eeuw onthulden het ontwerp van een apparaat, waarmee men de afgelegde loopafstand van een Romeinse soldaat kon volgen.
De idee werd gematerialiseerd en het Romeinse leger gebruikte het toestel dat een ruwe schatting gaf van de afgelegde weg.