De Amerikaan Eric Heiden (1958-) won op de Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid vijf gouden medailles en vestigde op de vijf afstanden ook telkens een nieuw olympisch record. Daarmee was hij de eerste sporter die tijdens dezelfde Spelen vijf individuele nummers kon winnen. Vier jaar voordien had hij op 17-jarige leeftijd deelgenomen aan de Spelen van Innsbruck. In totaal werd hij ook drie keer wereldkampioen allround en vier keer wereldkampioen sprint. Hij verbeterde driemaal het wereldrecord van de 1.000 meter, tweemaal dat van de 3.000 meter en een keer de besttijd van de 1.500 en 10.000 meter. Gedrurende zijn loopbaan verbeterde hij ook de wereldrecords van zowel de grote vierkamp als de sprintvierkamp, hij voerde 1495 dagen de wereldranglijst aller tijden aan en won de Oscar Mathisen Award vier keer op rij. In 1980 werd hij met de James E. Sullivan Award onderscheiden als beste Amerikaanse Amateur atleet. In 1986 stopte hij met schaatsen en nam hij als renner deel aan de Ronde van Frankrijk. Hij studeerde af aan de Stanford University en specialiseerde zich in Orthopedische Heelkunde en Sportgeneeskunde.
Terry Schroeder (1958-) was in 1984, 1988 en 1992 kapitein van het Amerikaans Olympisch waterpoloteam en met tien doelpunten leidde hij zijn ploegmaats in 1984 en 1988 naar het zilver. In 1979, 1983 en 1987 won hij met het nationaal zevental goud op de Panamerikaanse Spelen. Hij trainde het waterpoloteam van de Universiteit van Pepperdine en vanaf 2007 werd hij hoofdcoach van de nationale mannenploeg. Hij studeerde af als arts, specialiseerde zich aan de Pepperdine University van Malibu in Sportgeneeskunde en in 1986 promoveerde hij aan de Palmer University van Davenport, Iowa als Chiropractor. In deze laatste specialisatie waren nog 59 andere familieleden actief. Hij verzorgde niet alleen zijn eigen ploegmaats, maar ook tegenstrevers.
De Nederlander Tom van ’t Hek (1958-) speelde hockey op topniveau. Hij werd 221 keer voor het Nederlands team opgeroepen en scoorde daarin 106 doelpunten. In 1985 won hij met Kampong de titel in de hoofdklasse. Nadat hij in 1992 afstudeerde vestigde hij zich als huisarts, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en in 1994 keerde hij terug naar het hockey als bondscoach van de vrouwenploeg. Met die dames haalde hij in 1995 de Europese titel, brons op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta, zilver op het WK van 1998 en brons op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Na die sportcarrière werd hij radiopresentator.
In 1981 werd Andreas Weniger (1958-) Duits kampioen stratenloop over 25 km. Het jaar nadien finishte hij derde in het Duits marathonkampioenschap en won hij de ‘Rund um den Baldeneysee’, de marathon van Essen. Hij was ook vier keer primus in de Silvesterlauf Gersthofen. Nadat hij afstudeerde specialiseerde hij zich in Sportgeneeskunde en opende hij een praktijk in Diedorf bij Augsburg.