Doug Clement (1933-) werd door het Canadese Olympisch Comité opgeroepen voor de Spelen van 1952 en 1956. In Helsinki finishte hij met zijn teamgenoten vierde in de finale van de 4 x 400m, vier jaar later in Melbourne eindigde het kwartet vijfde. Op de British Empire and Commonwealth Games van 1954 werd zilver gehaald. In 1959 studeerde hij af aan de University of British Columbia en specialiseerde hij zich in Sportgeneeskunde waarin hij heel wat onderzoek deed. Hij startte het departement Sportgeneeskunde aan de Simon Frasier University en opende in Vancouver een kliniek voor Sportgeneeskunde.
De Amerikaan Caldwell Esselstyn (1933-) won goud met de acht met stuurman op de Olympische Spelen van 1956 in Melbourne. Nadat hij in 1961 aan de Case Western Reserve University School of Medicine afstudeerde specialiseerde hij zich in de Cleveland Clinic in Heelkunde. Tijdens de Vietnamoorlog werkte hij aan het front als chirurg en bereikte hij de graad van Majoor. In 1968 startte hij een praktijk in de Cleveland Clinic en werd hij President of the Staff en lid van de Board of Governors. In 1991 verkoos men hem tot voorzitter van de American Association of Endocrine Surgeons. In 2007 publiceerde hij 'Prevent and Reverse Heart Disease', waarin hij het gebruik van een vetarm, op plantaardig voedsel gebaseerd dieet besprak voor het voorkomen en behandelen van atherosclerose en hoge cholesterol.
In 1959 was Manfred Hinze (1933-) de eerste hink-stap-springer die verder sprong dan zestien meter. Op de Olympische Spelen van 1964 in Tokio veroverde de DDR-atleet de zesde plaats. In het begin van zijn sportcarrière eindigde hij tweede op het DDR-kampioenschap van de 200m, het jaar nadien finishte hij in dat nummer als derde. In 1958 switchte hij zijn loopbaan naar hink-stap-springen en het jaar daarna werd hij landskampioen. Die titel haalde hij nog eens in 1962. In 1966 stopte hij zijn sportieve loopbaan om zich volledig te concentreren op zijn beroep van huisarts, hoewel hij eerst een diploma als sportleraar had behaald.
Derek Johnson (1933-2004) won zilver op de 800m op de Olympische Spelen van 1956 in Melbourne. Met de Britse estafetteploeg 4 x 400m haalde hij ook brons. Twee jaar voordien had hij de 880 yards gewonnen op de British Empire and Commonwealth Games, goud was toen ook weggelegd op de 4 x 440 yards. Tijdens zijn studies Geneeskunde aan de University of Oxford werd hij besmet met TBC tijdens een zaalronde in het hospitaal, waardoor hij zijn sportieve carrière moest opgeven. Hij oefende het beroep van arts nooit uit, maar startte een computerbedrijf. In 2004 stierf hij aan de gevolgen van leukemie.
De Amerikaanse zwemmer Burwell Jones (1933-) haalde brons op de 100m rugslag op de Pan American Games van 1951 in Buenos Aires en goud met de aflossingsploeg 4 x 200m vrije slag. Met die ploeg won hij het jaar nadien ook goud op de Olympische Spelen van Helsinki. Hij was de eerste wereldrecordhouder 400m wisselslag, een record dat hij nadien nog twee keer onderbood. In 1959 haalde hij zijn diploma Geneeskunde aan de University of Michigan Medical School en specialiseerde hij zich in de Dermatologie aan de University of Virginia en de Duke University. Hij startte een privé praktijk in Sarasota, Florida.
De Amerikaan Nicholas Mastromatteo (1933-) eindigde op de Olympische Winterspelen van 1964 in Innsbruck dertiende in het rodelen. In 1958 was hij afgestudeerd als bioloog, maar daarna vatte hij studies Geneeskunde aan die hij succesvol beëindigde en waarin hij zich verder specialiseerde in Inwendige Geneeskunde
David Middleton (1933-2007) speelde als wide receiver American Football bij de Detroit Lions en de Minnesota Vikings. Hij studeerde aanvankelijk voor dierenarts maar switchte naar humane geneeskunde en haalde aan de Auburn University zijn artsendiploma. Hij specialiseerde zich als gynaecoloog en vestigde zich in Ann Arbor.
Ralph Miller (1933-) maakte deel uit van de Amerikaanse ploeg die in 1956 deelnam aan de Olympische Winterspelen in het Italiaanse Cortina d’Ampezzo. Het jaar voordien had hij in het Italiaanse Portilla het snelheidswereldrecord op 175,402 km/uur gebracht en was hij ook afgestudeerd aan de Dartmouth Medical School. Hij specialiseerde zich als endocrinoloog met bijzondere interesse voor diabetes en vestigde zich in Lexington, Kentucky, waar zijn vrouw Pam van 1993 tot 2003 burgemeester was.
De Cubaan Manuel Sanguily (1933-) zwom de 200m schoolslag op de Olympische Spelen van 1952 in Helsinki en op die van 1956 in Melbourne. Tijdens die laatste editie tikte hij in de finale aan als zevende. Hij emigreerde naar de Verenigde Staten waar hij afstudeerde aan de Ohio State University en zich in Tarrytown, New York als huisarts vestigde. In 2010 kwam hij bijzonder negatief in het nieuws toen bleek dat hij tot dertig maanden cel veroordeeld was. Hij had tweeduizend voorschriften voor steroïden en groeihormonen afgeleverd voor patiënten die hij zelfs nooit gezien had, maar die hun producten via het internet bestelden. Voor die voorschriften betaalde het bedrijf PowerMedica hem vijftigduizend Dollar.
In 1956 werd Manfred Steinbach (1933-) DDR kampioen op de 100 en 200m. In 1958 vluchtte hij naar het Westen en liep hij met de West Duitse nationale ploeg met een chrono van 39.5 een wereldrecord op de 4 x 100m. Op de Duitse kampioenschappen van 1960 sprong hij 8m14 ver, een centimeter meer dan het wereldrecord van Jesse Owens (1913-1980) dat van 1935 dateerde. Wegens een te sterke rugwind kon het record echter niet erkend worden. Op de Olympische Spelen van 1960 in Rome eindigde hij vierde in het verspringen, in 1960, 1961 en 1962 kroonde hij zich tot Duits kampioen in dat nummer. In 1959 was hij afgestudeerd aan de Universität Göttingen en specialiseerde hij zich in Neurologie en Psychiatrie, maar ook in Sportgeneeskunde. Aan de Universität Mainz werd hij tot Professor Sportgeneeskunde benoemd, later aan de TU Darmstadt waar hij ook Professor Spoedgevallen was.
John Wrighton (1933-) werd door de Engelse atletiekbond voor de Olympische Spelen van 1960 in Rome geselecteerd. Met de estafetteploeg eindigde hij vijfde in de 4 x 400m, in de individuele 400m haalde hij de kwartfinale. Twee jaar voordien op het EK van Stockholm had hij in beide nummers nog goud gehaald. Nadat hij in 1967 afstudeerde vestigde hij zich als huisarts in Dorset.