De Canadees Arthur Ham (1902-1992) werd in 1928 en 1929 geselecteerd voor het dubbelspel van de Daviscup tennis. In 1927 was hij afgestudeerd aan de University of Toronto en daarna specialiseerde hij zich in Histologie. Met in 1950 een eerste publicatie van zijn gerenommeerd naslagwerk 'Histology', dat door heel wat artsen als een onmisbaar referentiemiddel wordt beschouwd. Hij was vooral in de vorming, het onderhoud en de vernietiging van het skelet geïnteresseerd. Als Professor aan zijn Alma Mater was hij mede oprichter van het Department of Medical Biophysics, waarvan hij van 1958 tot 1960 voorzitter was. Daarna werd hij hoofd van het Department of Anatomy, waar hij tot 1965 bleef.
De Amerikaan Ralph Hills (1902-1977) won op de Olympische Spelen van 1924 in Parijs brons in het kogelstoten. In 1929 studeerde hij af aan de Johns Hopkins Medical School, waar hij zich opwerkte tot Hoogleraar Geneeskunde.
Nathan Rocyn-Jones (1902-1984) speelde rugby bij Newport Rugby Football Club en Cambridge. Hij werd ook eenmaal voor de nationale ploeg van Wales opgeroepen en na zijn sportcarrière werd hij voorzitter van de Welsh Rugby Union. Net als zijn vader studeerde hij af als arts aan het St Mary’s Hospital van Londen.