Op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen was Karl Anderson (1900-1989) kapitein van de Amerikaanse atletiekploeg zonder zelf in actie te komen. Vier jaar later in Parijs finishte hij als vijfde in de finale van de 110m horden. Hij studeerde af aan de University of Minnesota Medical School en vestigde zich als huisarts in Minneapolis.
In 1928 won doelman Adriaan Katte (1900-1991) zilver met de Nederlandse hockeyploeg op de Olympische Spelen van Amsterdam. Hij studeerde af aan de Universiteit van Amsterdam en vestigde zich als huisarts in het Noordhollandse Bennebroek
Arthur Espie Porritt, Baron Porritt, 1st Baronet (1900–1994) was een Nieuw Zeelandse chirurg, militair, staatsman en atleet. Van 1967 tot 1972 was hij de elfde Gouverneur-generaal van zijn land. Op de Olympische Spelen van 1924 in Parijs haalde hij brons op de 100m. De race werd gewonnen door de Engelsman Harold Abrahams (1899-1978), de man die als inspiratie diende voor de schitterende film ‘Chariots of Fire’. De finale werd op 7 juli om 7 uur ‘s avonds gelopen en beiden maakten er nadien een gewoonte van om jaarlijks samen op 7 juli om 7 uur te gaan dineren. In 1928 was Poritt kapitein van de Nieuw Zeelandse ploeg op de Spelen van Amsterdam, waar hij door een blessure niet kon deelnemen aan de 100m. Van 1961 tot 1967 was hij de eerste voorzitter van de Medische Commissie van het IOC. In 1926 werd hij chirurg in het St Mary’s Hospital in Londen en van 1946 tot 1952 was hij de privé arts van de Engelse King Edward VI (1895-1952).
Luzius Rüedi (1900-1993) won brons met de Zwitserse ijshockeyploeg op de Olympische Spelen van 1928 in Sankt Moritz. In clubverband veroverde hij vier Zwitserse titels met HC Davos en in 1927 de Spengler Cup, een tornooi waarop ploegen uit de hele wereld werden uitgenodigd. Nadien verhuisde hij naar Akademischen EHC Zürich en vervolgens naar Grasshopper Club Zürich. Hij was ook van de partij toen Zwitserland brons haalde op het WK van 1930 in Chamonix. In 1925 studeerde hij af aan de Universität Zürich en specialiseerde hij zich in Wenen en Berlijn in Neus-Keel-Oren. In 1948 werd hij hoofd van de afdeling Neus-Keel-Oren aan het Unversitätsspital Zürich, waar hij nadien ook tot Hoogleraar werd benoemd.
Sverre Sørsdal (1900-1996) nam voor Noorwegen deel aan het bokstornooi van de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen, op die van 1924 in Parijs en op die van 1928 in Amsterdam. In 1920 won hij zilver bij de licht-zwaargewichten, vier jaar later brons terwijl hij in 1928 met zijn vierde plaats net naast het podium belandde. Na zijn studies Geneeskunde startte hij in 1927 een opleiding chirurgie aan de Frederiks Universitet i Kristiania van Oslo en later werd hij afdelingshoofd van dat departement in het Vardø hospital.
De Nederlander Han van Senus (1900-1976) was kapitein van de Nederlandse waterpoloploeg die in 1924 deelnam aan de Olympische Spelen van Parijs en vier jaar later aan die van Amsterdam. Na zijn studies Geneeskunde vestigde hij zich als huisarts in Capelle aan de IJssel.