Op de Olympische Spelen van 1908 in Londen finishte de Brit Norman Hallows (1886-1968) derde op de 1.500m. Hij studeerde af aan het St Thomas' Hospital. Met het Rode Kruis was hij nadien present in de Balkanoorlog en tijdens Wereldoorlog I was hij Kapitein-geneesheer in het Royal Army Medical Corps in Frankrijk. In 1919 werd hij tot Medical Officer benoemd aan het Marlborough College.
In de elf wedstrijden die hij voor het nationaal elftal speelde scoorde de Nederlander Edu Snethlage (1886-1940) tien doelpunten. Hij studeerde af als arts maar specialiseerde zich in de chirurgie. Hij trok naar Nederlands-Indië, eerst naar Soerabaja en werd vervolgens geneesheer-directeur van het hospitaal in Tandjong Kassau.
De Nederlander Jan Thomée (1886-1954) scoorde zestien doelpunten in de zestien wedstrijden die hij voor zijn nationaal elftal speelde, vandaar zijn bijnaam 'Het Kanon'. Na zijn studies Geneeskunde vestigde hij zich als huisarts in Delft en zetelde hij ook in het medisch comité van de Nederlandse voetbalbond.
Met teammaat George Fairbairn (1888-1915) haalde Philip Verdon (1886-1960) voor Groot-Brittannië zilver in het roeien in de twee zonder stuurman op de Olympische Spelen van 1908 in Londen. Hij studeerde af als arts, specialiseerde zich in oftalmologie en werkte nadien in het Indian Medical Service.