De ontdekking in 1827 van de vrouwelijke eicel ging de ontdekking in 1843 van de bevruchting door het sperma vooraf.
In Japan gebruikte men twee soorten condooms: de Kawagata (Kyotai), vervaardigd uit dun leer en de Kabutogata, gemaakt van schildpaddenhuid of hoorn.
De Britse chirurg en anatoom Sir Ashley Cooper (1768-1841) publiceerde in 1830 zijn ‘Observations on the Structure and Diseases of the Testis’. Het werk behandelde het afbinden van een van de testikels van een hond, waarbij men de slagader en ader afknelde. Men stelde vast dat dit geen probleem vormde voor een coïtus. Na de dissectie van de testikel concludeerde Cooper dat het afsluiten van de afvoerbuis van de testikel geen enkel effect had op het productieve deel van het orgaan, en de ontwikkeling van sperma dus niet stopte. Maar de opperhuid was te fel vergroot om de producten van de productieve cellen te herbergen. De spermaproductie ging zes jaar door, tot de hond gedood werd.
Een bekende aborteur uit de Victoriaanse tijd was Ann Trow, beter gekend als Madame Restell (1812-1878), die veertig jaar lang illegale chirurgische abortussen uitvoerde en eveneens abortieve pillen verkocht. In 1830 startte ze haar business in New York en in 1840 had ze die uitgebreid met afdellingen in Boston en Philadelphia. Via haar broer Joseph, die als verkoper werkte in een New Yorkse apotheek, interesseerde ze zich voor de gezondheid van vrouwen en begon ze met de fabricatie van haar eigen contraceptieve producten. Die werden geadverteerd onder de naam 'Madame Restell'. Vanaf toen werd de term 'Restellism' een eufemisme voor abortus. Haar bedrijf bloeide, maar in de pers kreeg ze het zwaar te verduren. Het ging zelfs zo ver dat de kranten haar advertenties weigerden. Alles escaleerde toen Mary Rogers (1820-1841), ‘Beautiful Cigar Girl’ genoemd omdat ze beeldschoon was en als verkoopster werkte in een tabakswinkel, dood werd aangetroffen in de Hudson rivier. De kranten suggereerden dat ze overleden was tijdens een door Restell uitgevoerde abortus. Maanden later lekte uit dat haar verloofde de moordenaar was, wat hij bij zijn zelfmoord bekende in een brief. Hoe dan ook werd abortus al snel verboden en wettelijk omschreven als een obsceen onderwerp, waarover niets meer mocht verschijnen in de krant. Nadat Restell begin 1878 gearresteerd werd, maar even vlug terug vrijgelaten werd, vond haar meid haar enkele dagen later dood in bad. In haar huis op Fifth Avenue had ze zichzelf de keel overgesneden. Na haar dood bleek dat ze zo’n 600.000 $ had verdiend met haar business, het equivalent van 14,5 miljoen hedendaagse dollars.
De eerste gedocumenteerde colpotomie werd uitgevoerd door de Franse arts Joseph Récamier (1774-1852). Het diensthoofd gynaecologie van het Parijse l’Hôptal Dieu gebruikte de procedure om een vermoedelijk bekkenabces te vinden. In 1829 voerde hij als eerste ook een hysterectomie uit via de vagina. Bovendien ontwikkelde hij enkele gynaecologische instrumenten zoals curettes en specula
In het radicale dagblad The Black Dwarf pleitte de Engelse vrijdenker, filosoof en econoom John Stuart Mill (1806-1873) voor geboortebeperking. Mill werd gearresteerd toen hij folders over contraceptie uitdeelde.
De ideeën van Mill inspireerden Robert Dale Owen (1771-1858), een Schot die op 24-jarige leeftijd naar de Verenigde Staten emigreerde. Owen publiceerde in 1831 zijn boek 'Moral Physiology-or a Brief and Plain Treatise on the Population', versierd met de afbeelding van een moeder die haar kind als vondeling legt en daarbij klaagt
"Spijtig dat het geboren werd".
In het boek werden de vaginale spons, het condoom en het terugtrekken besproken.
Op zijn beurt had Owen grote invloed op de Amerikaanse arts, atheïst en schrijver Charles Knowlton (1800-1850), die in 1832 anoniem 'The Fruits of Philosophy' publiceerde. In zijn boek raadde Knowlton de vrouwen aan om de vagina na het vrijen te spoelen met een met water gevulde spuit. Naast water werd ook vloeibare natriumchloride, zinkchloride, azijn of aluin gebruikt. Deze wasbeurten waren niet alleen geschikt als preventie, maar ook voor de normale intieme hygiëne. Aan beide zijden van de Atlantische Oceaan werd het boek meerdere malen herdrukt. In 1870 kreeg een drukker uit Bristol twee jaar dwangarbeid, omdat hij het boek verkocht had. Ondanks alle vervolgingen gingen er op veertig jaar tijd 40.000 exemplaren over de toonbank.
In 1834 voerde de Britse gynaecoloog James Blundell (1791-1878) de eerste vrouwelijke sterilisatie uit. Hij verwijderde een deel van de eileiders, een zeer zware operatie waarvan het herstel maanden duurde. Veel later realiseerde men zich dat deze procedure beter via de vagina kon gebeuren, in plaats van de buik open te snijden en nog later werden de eileiders dicht geknepen in plaats van doorgesneden.
In 1837 beschreef de Berlijnse hoogleraar anatomie en verloskundige Friedrich Adolph Wilde (1901-1851) voor het eerst een pessarium. Om de baarmoedermond te beschermen tussen twee menstruaties, plaatste hij een klein pessarium bij zijn patiënten. De methode vond weinig ingang, gezien de caps door gynaecologen moesten geplaatst worden en men ze net voor de volgende periode moest verwijderen. Had uiteraard een bloeiend bedrijf kunnen worden, maar de ‘Cap van Wilde’ werd wel de voorloper van het moderne diafragma.
Vanaf 1838 plaatste de Duitse gynaecoloog Friedrich Adolph Wilde (1801-1851) van de Friedrich-Wilhelms-Universität zu Berlin cervicale caps. Op die manier hoopte hij vrouwen met een 'geboorte onbekwaam' bekken te beschermen. Eerst maakte hij een wassen afdruk van de baarmoederhals en daaruit vervaardigde hij een rubberen kap. Het was pas in de jaren 1920 dat het pessarium de markt veroverde, in 1931 werd het het meest populaire contraceptivum. De pessaria werden uit verschillende materialen vervaardigd, zoals zilver, koper, ivoor, rubber en celluloid. Door de nazi’s werden ze later verboden en door de komst van de pil verdwenen ze later grotendeels van onze markt.
Nadat de Amerikaanse chemicus Charles Goodyear (1800-1860) de vulkanisatie ontdekte, een rubberbehandeling met zwavel en verwarming, was het mogelijk om een nieuw soort materiaal te maken uit rubber. Hij noemde het gummi, dat elastisch, waterdicht en breukbestendig was.
De vulkanisatie werd door de Brit Thomas Hancock (1786-1865) verder ontwikkeld. Bovendien vroeg hij er eerder dan Goodyear een patent voor aan, omdat die daarvoor de nodige centen niet had. In 1855 introduceerde Goodyear wel het eerste rubberen condoom, dat pas in 1870 in de handel kwam. Het had een lasnaad en was 2 mm dik
Tussen 1820 en 1870 doorkruisten populaire vrouwen en mannelijke docenten heel Amerika om fysiologie en seksuele aangelegenheden te onderwijzen. Velen var hen verkochten na hun lezingen contraceptiemiddelen, met inbegrip van condooms. Hun manier van werken werd door heel wat moralisten en medische professionals veroordeeld. Onder meer de eerste Amerikaanse vrouwelijke arts Elizabeth Blackwell (1821-1910) beschuldigde de docenten van het verspreiden van doctrines over ‘abortus en prostitutie’.
In de Verenigde Staten en in Engeland werd abortus steeds meer bestraft. De strenge wetten hadden echter weinig invloed op Amerikaanse vrouwen uit de hogere of de middenklasse. Met veel kosten en moeite hadden die nog steeds toegang tot abortus, terwijl de arme en jonge vrouwen enkel gevaarlijke en illegale methoden konden gebruiken.
Wetenschappers ontdekten dat sperma de vrouwelijke eicel moet binnendringen om nieuw leven te verwekken. Tot dan dacht men dat mannen het leven schonken en dat het vrouwenlichaam enkel diende als behuizing.
Een van de meest voorkomende contraceptieve methoden was de vaginale douche 'Irrigateur Eguisier'. Ze bestond uit een met water gevuld metalen of porseleinen cilinder, een regelbare pomp en een slang. Dank zij die pomp was de douche niet afhankelijk van de zwaartekracht en kon de waterdruk gemakkelijk geregeld worden. In 1843 stelden de Parijse gynaecoloog Maurice Eguisier (1813-1851) en de medische technicus François Libault het toestel voor. Men kon het voor alle lichaamsopeningen gebruiken, men kon er de blaas, het oor, de sinussen en de darmen mee spoelen. Maar vrij snel gebruikte men het ook als vaginale douche met toevoeging van zaaddodende stoffen om een zwangerschap te voorkomen. Het gedoe was frustrerend, vermits het spoelen meteen na het vrijen moest gebeuren en het vervelendste was dat de meeste woningen niet over een badkamer beschikten. Bovendien was de spoelvloeistof koud en irriteerden de zaaddodende stoffen de gevoelige slijmvliezen van de vagina en de baarmoeder. En toch werd de 'Irrigateur Eguisier' door heel wat fabrikanten in diverse maten en uitvoeringen geproduceerd en vond men hem in vrijwel elk huishouden.
In een indirecte advertentie voor abortuspillen waarschuwde men in de Amerikaanse krant Boston Daily Times dat ‘Franse periodieke pillen’ niet geschikt waren voor een vrouw ‘en ciente’. Een drukfout voor het Franse ‘enceinte’. De Amerikaanse arts L. Monroe voerde de pillen in en men kon ze enkel kopen op zijn adres.
Franse Periodieke Pillen
Gegarandeerd om in alle gevallen het gewenste effect te hebben.
Deze pillen bevatten een portie van het enige onderdeel in de medische wereld dat het systeem van de maandelijkse cyclus van de vrouw kan regelen en dat zonder levensgevaar kan ingenomen worden. Dit onderdeel kan men niet vinden in een van de pillen of kwakzalversmiddelen waarover tegenwoordig zoveel te doen is in de dagbladen. Het is dikwijls voorgevallen dat de ongelukkige patiënte bij het gebruik van deze pillen of kwakzalversmiddelen de natuur zulk een schok gaf, dat zij sedertdien niet meer geniet van een goede gezondheid en dat ook nooit meer zal kunnen. Het schijnt dat ze opgesmukt en geadverteerd worden met als enig doel om geld te verdienen, ongeacht de gevolgen ervan, en de verkopers worden door al diegenen die hen kennen als onverantwoord beschouwd. De Franse periodieke pillen zijn het resultaat van de gecombineerde kennis en ervaring van sommige van de oudste en meeste eminente Europese artsen en werden de laatste 23 jaar gebruikt door vrouwen van voorname afkomst en door de Franse adel. Hun degelijkheid loven zou niets bijdragen tot hun verdiensten. We zeggen alleen PROBEER ZE en indien blijkt dat ze niet doen wat ze zouden moeten doen, wordt uw geld terugbetaald. Zij bevatten geen medische, voor de gezondheid schadelijke stoffen, maar herstellen alle verzwakte gezondheidstoestanden terug naar hun gebruikelijke vitaliteit en gezondheid door elke onzuiverheid uit het systeem te verwijderen. De enige noodzakelijke voorzorgsmaatregel die men in het oog moet houden, is dat getrouwde vrouwen ze niet moeten nemen als ze denken dat ze in verwachting zijn, omdat ze dan zeker een miskraam uitlokken zonder dat de patiënt het weet, zo zachtaardig zijn ze nu actief. Alle brieven moeten gericht worden aan Dr. L. Monroe, US agent en invoerder, 58, Union street, Boston. N.B.: de pillen hierboven kunnen enkel verkregen worden op 58, Union Street, Boston, diegene die elders in Boston verkocht worden zijn vervalst en enkel bedoeld om bedrog te plegen. N.B.: Volledige instructies begeleiden de pillen.
Andere voorbeelden van verdoken advertenties waren ‘Dr. Melveau's Portuguese Female Pills’, ‘Farrer's Catholic Pills’, "Hardy's Woman’s Friend’, ‘Dr. Peter's French Renovating Pills’, ‘Lydia Pinkham's Vegetable Compound’ en ‘Madame Drunette's Lunar Pills’.
Een van de weinige statistische schattingen over abortus gebeurde in 1845 door de Britse arts James Whitehead (1812-1885) van het Lying-In Hospital in Manchester. Hij ondervroeg 2000 vrouwen, en meer dan 30% meldde een of meer abortussen. De vrouwen met abortus hadden gemiddeld 6,4 zwangerschappen, tegenover 4,3 bij de totale bevolking
In het Amerikaanse dagblad National Police Gazette werd 'de vrouwelijke aborteur Madame Restell’ afgeschilderd als een schurk.
In zijn ‘Mémoire sur les obliterations devoies spermatique’ viel het Léon Athanase Gosselin (1815–1887) op dat hij bij de dissectie van menselijke lijken gevallen vond van een ongetwijfeld al vele jaren volledig geblokkeerde zaadleider. De Franse arts, anatoom, uroloog en chirurg ontdekte dat een vergrote bijbal hoeveelheden spermatozoa bevat en ondernam een experimentele studie over de effecten van ligatie en resectie van de zaadleider, waarbij hij als experimenteel materiaal honden gebruikte.