Een overzicht van voorbehoedsmiddelen uit de 19de eeuw:
de vaginale spons,
de vaginale douche,
het pessarium.
En toch bleven heel wat bijgelovige praktijken bestaan. Als offer voor de Maagd Maria brachten vrouwen wassen komkommers naar de kerk met de vraag hen te zegenen met minder kinderen. De linnen condooms verloren aan populariteit en de productie ervan stopte. Vergeleken met de huid-condooms waren ze duurder en minder comfortabel. Tot de 19de eeuw was het gebruik ervan meestal een voorecht voor de hogere en middenklasse. De werkende klasse kreeg immers weinig voorlichting over de gevaren van seksueel overdraagbare aandoeningen, maar nog belangrijker was dat condooms voor de meesten onbetaalbaar waren. Voor een prostituee bijvoorbeeld kostte een condoom enkele maanden ‘loon’.
De Britse hoogleraar economie Thomas Robert Malthus (1766-1834), die ook demograaf en predikant was, wees op de potentiële gevaren van bevolkingsgroei:
“Het vermogen van de mens tot bevolkingsaangroei is onbegrensd, veel groter dan het vermogen van de aarde om een bestaan te produceren voor de mens.”
Uit angst voor een overbevolking was hij dan ook een grote voorstander van geboortebeperking. Malthus stimuleerde de analyse van demografische ontwikkelingen en beïnvloedde daarmee heel sterk Charles Darwin (1809-1882).
In Engeland beschouwde men het induceren van een miskraam door kruiden of andere middelen voor het eerst als een misdaad. Ironisch genoeg werd de wet aangenomen door mannen, zij dachten dat het morsen van zaad buiten de baarmoeder dodelijk was voor hun gezondheid.
In het Amerikaanse Boston werd het proces van Elizabeth Valpy (1770-1843) gepubliceerd. De uit Engeland geëmigreerde Elizabeth werkte als dienstmeisje bij een zekere dokter Jarvis, waar ze zwanger werd van de zwarte contractarbeider William Hardy. Haar poging om de zwangerschap af te breken mislukte en ze beviel van een volledig blank meisje. Drieëntwintig dagen later werd de baby teruggevonden. Het kindje was verdronken, Elizabeth beweerde dat Hardy het gedood had. Hij had het zogezegd naar een min gebracht, zodat Elizabeth weer aan het werk kon. Bij gebrek aan bewijzen sprak men hen vrij. Het voorval wekte grote publieke belangstelling, waarschijnlijk als gevolg van het rassenprobleem, maar ook omdat de zaak onopgelost bleef. Vrouwen die schuldig waren aan kindermoord werden meestal opgehangen. Kindermoord was duidelijk een wanhoopspoging voor geboortebeperking en werd vooral door ongehuwde vrouwen gebruikt, bang als ze waren voor het stigma van een buitenechtelijk kind te dragen.
De Britse industrieel en uitvinder Thomas Hancock (1786-1865) verwierf een eerste patent voor de productie van rubberen elastiekjes en stoffen voor handschoenen, sokken en schoenen, waarmee hij later een belangrijke rol zou vervullen in de fabricatie van condooms.
In de Amerikaanse staat Connecticut werd de eerste wet gestemd die een abortus verbood na ‘het begin van het leven’.
De eerste geregistreerde vasectomie gebeurde op een hond. Kort daarna voerde een arts uit Londen de eerste menselijke vasectomie uit.
Een doe-het-zelf procedure uit 1824 om een condoom te vervaardigen uit schapendarmen:
"Gewone condooms voor het voorkomen van geslachtsziektes of zwangerschap zoals Armour, Baudruches of Redingotes Anglaises, zijn vervaardigd uit de blindedarm van een schaap en worden enkele uren in water geweekt, binnenste-buiten gekeerd, opnieuw geweekt in een zwak alkalisch middel dat elke 12 uur vervangen wordt, zorgvuldig geschraapt om het slijmvlies te verwijderen, de peritoniale en gespierde lagen blijven behouden, blootgesteld aan de dampen van brandende zwavel, gewassen met water en zeep, opgeblazen, gedroogd, gesneden op een lengte van 7 tot 8 duim, afgeboord aan het open uiteinde met een lint.”