WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1700 - 1749

1700

Rond 1700 realiseerde men zich dat gedroogde uitwerpselen en harde metalen niet meteen geschikt zijn om in het lichaam van een vrouw te duwen. In plaats daarvan experimenteerde men met een halve citroen. De schil fungeerde als membraan en het zuur van de citrusvruchten doodde het sperma, al waren de gebruikers zich op dat moment daarvan nog niet bewust. Bovendien deed de geur telkens opnieuw aan een gereinigde badkamer denken.

1706

Het woord condoom verscheen in 1706 voor het eerst in het gedicht 'A Scots Answer to a British Vision' van John Hamilton, 2th Lord Belhaven and Stenton (1656-1708). Rond die tijd kwamen uit dierendarmen vervaardigde condooms op de markt, maar ze waren vrij prijzig en om die reden werden ze regelmatig opnieuw gebruikt.

1708

Geschreven verwijzingen naar condoomgebruik kwamen steeds vaker voor, maar niet alle aandacht was positief. In 1708 vroeg de Schotse edelman John Campbell (1678-1743) aan het Parlement om de condooms illegaal te verklaren. Hij vond echter geen gehoor.

1709

De Venetiaanse arts Carolus Musitanus (1635-1714) raadde vrouwen aan om kort voor of na het vrijen een met boor gemengd wilgendrankje te drinken, waardoor ze conceptie konden voorkomen.

1710

Bidet is een Frans woord voor pony, deze ethymologie vloeit voort uit het feit dat men schrijlings op het meubel gaat zitten of het zoals een pony 'berijdt'. De eerste schriftelijke vermelding van het bidet verscheen in 1710 toen René-Louis de Voyer de Paulmy, markies d'Argenson (1694-1757) noteerde dat hij het genoegen had om op audiëntie te gaan bij Mademoiselle de Prie, terwijl ze schrijlings op haar bidet zat. In dit stadium was het bidet in Frankrijk enkel populair bij de hogere klasse van de bevolking. 

1710

In een Boedhistische tempel van het Japanse Yokohama werden afbeeldingen getoond van abortus, miskraam, doodgeboorte of dood van jonge kinderen.

1715

Fysieke hulp voor het inleiden van een abortus, zoals mishandeling, lichaamsoefeningen en het aanspannen van een korset was gemeengoed bij de Britse vrouwen.

1716

De Maori in Nieuw-Zeeland beëindigden zwangerschappen via miskraam inducerende geneesmiddelen, via ceremoniële methoden en door de buik te omgorden met een spannende riem. Andere bronnen beweerden dan weer dat de Maori uit angst voor hekserij nooit op deze manieren een abortus uitvoerden, maar die wel probeerden uit te lokken via een kunstmatige inductie van vroegtijdige weeën. De Maori noemden abortus ‘de uitwerpselen van God’.

1717

De bekende Brits arts Daniel Turner (1667-1741) veroordeelde het condoomgebruik als contraceptivum. In 1717 publiceerde hij in zijn boek 'Syphilis, A Practical Treatise on the Veneral Disease' dat het 'Condum' het beste, zoniet het enige preservatief tegen syfilis was, dat ooit werd uitgevonden.

"Maar omdat het het gevoel zo fel vermindert, heb ik sommigen horen beweren dat ze liever syfilis riskeren, dan een verbintenis aan te gaan 'cum Hastis sic clypeatis' (met de lans aldus omhuld)."
.

1723

Hoewel er reeds in oude teksten prototypes van de moderne curette werden vernoemd, werd het instrument zoals we het vandaag kennen in 1723 in Frankrijk ontworpen. Al duurde het tot 1842 voor men het specifiek in het domein van de gynaecologie ging gebruiken.

1730

De Britse Anglicaanse theoloog en predikant John Wesley (1703-1791) verklaarde

“Het nemen van preventieve maatregelen is onnatuurlijk en het zal de ziel vernietigen van hen die ze beoefenen.”

Martin Luther (1483-1546) verklaarde twee eeuwen voordien zelfs "dat geboortebeperking sodomie was".

1734

Casanova (1725-1798) vernoemde de condooms meerdere malen in zijn memoires, maar voegde eraan toe dat hij er niet enthousiast over was. Pas op latere leeftijd apprecieerde hij hun waarde. Om de dames te vermaken blies hij de condooms op, waarmee hij ze meteen ook testte op gaatjes. Zijn voorkeur ging uit naar degene die vervaardigd waren uit de darmen van lammeren, maar hij gebruikte ook linnen exemplaren die met een lintje werden vastgebonden. Er wordt ook beweerd dat Casanova de contraceptieve doeltreffendheid van citroenen ontdekte, hij bracht het sap van een halve geperste citroen in de baarmoeder en vervolgens plaatste hij de lege schil als een cap over de ingang van de baarmoeder. Citroensap bevat een concentratie citroenzuur die de zaadcellen immobiliseert of vertraagt. Hierdoor konden vaginale spoelingen met citroensap de bevruchting beïnvloeden als het sperma in contact kwam met het sap.

1736

In 1736 schreef de Franse professor Geneeskunde Jean Astruc (1684-1766) een eigen anti-condoom verhandeling en vernoemde hij de Britse arts Daniel Turner (1667-1741) als een autoriteit op dat vlak. Ook andere artsen uit de 18de eeuw spraken zich uit tegen het gebruik van condooms, niet op medische gronden, maar uit overtuiging dat contraceptie immoreel was. In 1729 werd Astruc lijfarts van Frederik August I (1694-1733), de koning van Polen, maar hij bleef nog geen jaar aan diens hof. In 1730 keerde hij terug naar Parijs, waar hij de hofarts werd van Lodewijk XV (1710-1774). Hij was ook privéarts van romanschrijfster Claudine Guérin de Tencin (1682-1749) en meteen ook haar geliefde.

1739

De vroegste schriftelijke informatie over een bidet komt van de Parijse meubelmaker Remy Peverie die via zijn bedrijf een bidet aanbood met rug en scharnierende deksels. Peverie verkocht aan zijn aristocratische klanten ook bidets voor twee personen.

1741

De Britse Captain Thomas Coram (1668-1751) stichtte in 1741 een vondelingenhuis, maar van de eerste 14.934 opgenomen kinderen stierven er 10.204.

Tussen 1770 en 1789 was 31% van de Parijse dopelingen een vondeling.

1743

In 1743 verleende de Britse Koning George II (1683-1760) een octrooi aan dokter John Hooper (?-1773) uit Reading voor het vervaardigen van abortuspillen. Die pillen waren bedoeld "voor jonge vrouwen die lijden aan wat gewoonlijk wordt aangeduid als onregelmatigheden"

1749

In 1749 schreef kolonel Joseph Yorke (1724-1792), secretaris op de Britse ambassade in Parijs, aan Prince William, hertog van Cumberland (1721-1765) over de vruchtbaarheidsregelgeving onder koning Lodewijk XV van Frankrijk (1710-1774).

“Zijn majesteit heeft blijkbaar een regelrechte afkeer van minnaressen met kinderen.”

Een minnares had een zwangerschapslitteken en Yorke kreeg de opdracht om in Engeland meer dan 330 preventieve ‘apparaten’ aan te kopen, omdat die in Frankrijk niet gefabriceerd werden.