WebiMed.net

Medische Informatie en Gezondheid

1 - 999

20

De Romeinse auteur Aurelius Cornelius Celsus (27 v.C.- 50 n.C.) berichtte in zijn 'De Medicina' over het gebruik van pessaria. Nabij Pompeii werd een bronzen, kegelvormig vaginaal pessarium gevonden met op het breedste einde een geperforeerde cirkelvormige plaat. Vermoedelijk werd via de openingen een band rond het lichaam gebonden om het apparaat op zijn plaats te houden. Celsus gaf ook een zeer gedetailleerde beschrijving van een procedure om een dode foetus uit de baarmoeder te verwijderen.

40

In een van zijn brieven schreef Apostel Paulus (3-67):

"Diegenen die drankjes toedienen om een abortus uit te lokken of om een ziekte te veroorzaken, hoewel ze dat misschien niet altijd met slechte bedoelingen doen, moeten naar de mijnen gestuurd worden indien ze van lagere rang zijn, omdat deze handeling een slecht voorbeeld is, of indien ze hoger in rang zijn naar een eiland verbannen worden, met het verlies van een deel van hun eigendom. Als een man of vrouw door een dergelijke handeling zijn of haar leven zou verliezen, moet de schuldige partij onderworpen worden aan de ultieme straf."

50

Ondanks verwoede pogingen voor het regelen van de conceptie, was het beëindigen van een zwangerschap gemakkelijker dan het voorkomen ervan. De Romeinse geschiedschrijver Plinius de Oudere (23-79) beschreef in zijn 'Historia Naturalis' het gebruik van Silphion. Hoewel omschreven als contraceptiemiddel, werd het maandelijks ingenomen en was het eigenlijk een geneesmiddel dat abortus veroorzaakte. Van andere planten uit de Silphion-familie is bekend dat zij de doorbloeding van het bekken stimuleren en de menstruatie bevorderen, of dat ze oxytocine bevatten, het hormoon dat weeën veroorzaakt en dat het daardoor de bevalling inleidt. Plinius de Oudere vernoemde de geraffineerde olie van de wijnruit-plant als een krachtig abortief middel.

52

In zijn medische encyclopedie 'De Materia Medica' adviseerde de Griekse arts Pedanius Dioscorides (40-90) het oraal gebruik van planten om een zwangerschap te voorkomen of af te breken of om ze in de vagina in te voeren als een soort pessarium. Doorheen de geschiedenis werden steeds opnieuw andere contraceptiemethoden getest. Onder andere het drinken van urine gemengd met voedsel, drank, kwik en arseen zou zeer effectief zijn. Het mengsel maakte een vrouw steriel, maar veroorzaakte ook schade aan de hersenen. Alleen wisten ze dat toen nog niet, ze ondervonden alleen dat het werkte.

55

Sedert de oudheid al trachtten vrouwen, op eigen houtje of met de hulp van oudere vrouwen en zelfs mannen, ongewenste zwangerschappen af te breken. Een standaard werkwijze voor het induceren van abortus was het drinken van abortieve drankjes. In de Duitse volksgeneeskunde gebruikte men thee getrokken uit marjolein, tijm, peterselie en lavendel. De wortel van de wormvaren was bij Duitse en Franse vrouwen eveneens een gegeerd middel, maar werd in de tijd van Nero (37-68) ook voorgeschreven door Griekse artsen. In Frankrijk noemde men de plant zelfs de 'prostitutie-wortel'. Andere oude recepten waren een pasta van gemalen mieren, schuim uit de muil van een kameel of in berenvet opgeloste staartharen van het Blacktail hert. Later gebruikten vrouwen terpentijn, ricinusolie, thee van boerenwormkruid, kinine-water waarin een roestige spijker weekte, mierikswortel, gember, bitterzout, ammoniak, mosterd, gin met ijzervijlsel, rozemarijn, lavendel, en opium.

65

De Romeinen kenden reeds contraceptieve vaginale zetpillen. Zo was de Griekse arts, farmacoloog en botanicus Pedanius Dioscorides (40-90) een voorstander van pepermunt:

"Bij de vrouwen ingevoerd voor de geslachtsgemeenschap, verhindert de pepermunt-zetpil een conceptie."

100

De Griekse arts Soranus van Efese (98-138) beschreef niet alleen abortus, maar ook een tampon die het binnendringen van sperma verhinderde. Daarbij vernoemde hij de sponzen van de Levant, die bekend waren voor hun souplesse en absorptievermogen. Deze ‘mignonettes’ werden zelfs in de twintigste eeuw nog gebruikt. Om zwangerschap te voorkomen raadde Soranus de vrouwen aan om na de coïtus te hurken en te niezen. Hij raadde abortus aan in geval van gezondheidscomplicaties of emotionele onvolwassenheid, in zijn werk Gynaecologie gaf hij gedetailleerde suggesties. Diuretica, emmenagogues-kruiden, klysma's, vasten en aderlatingen werden als veilige abortusmethoden vooruitgeschoven. Vanwege het risico op orgaanperforatie keerde hij zich tegen het gebruik van scherpe voorwerpen voor het uitlokken van een miskraam. Ook adviseerde hij vrouwen die hun zwangerschap wilden afbreken om energiek te wandelen, zware voorwerpen te tillen, dieren te berijden en op en neer te springen tot de hielen de billen raakten. Dit laatste noemde hij de ‘Spartaanse Sprong’. 

200

De Romeinse theoloog Quintus Septimus Florens, beter bekend als Tertullianus (160-225), beschreef chirurgische instrumenten voor de dilatatie en chirurgische evacuatie van de baarmoederinhoud, die vergelijkbaar waren met de moderne. Een instrument had een ‘mooi en aangepast flexibel frame’ en werd voor dilatatie gebruikt, een ‘ringvormig mes’ diende als curette en een ‘afgestompte of bedekte haak’ voor de extractie. Een ander instrument was een 'koperen naald of spike’. Als uitvinders van deze instrumenten vernoemde hij Hippocrates, Asclepiades, Erasistratus, Herophilus en Soranus.

210

In Boek 9 van Phylosophumena beschreef de eerste tegenpaus Hippolytus van Rome (170-235) hoe vrouwen hun middel strak moesten vastbinden om "te verdrijven wat verkregen was".

211

Hoewel abortus in Griekse en Romeinse wetboeken niet vernoemd werd, bestonden er toch wetten voor kindermoord van misvormd geboren kinderen. Wat duidde op het staatsbelang voor de ‘fitness’ van de burgers. In 211 n.C., de periode tussen de regeringen van Septimius Severus (145-211) en Caracalla (188-217), werd abortus een tijdje verboden om de rechten van de vader te beschermen, met zelfs een tijdelijke verbanning als straf.

300

Rond 300 n.C. raadden de Joodse rabbijnen aan vrouwen aan om een spons in de vagina te steken, die het sperma zou opzuigen.

320

Mensen met wortels in de oosterse tradities geloofden dat een vrouw enkel zwanger werd als ze dat zelf wilde, zo niet zou haar psyche het sperma afstoten.

326

Rond 326 besprak de Griekse medisch auteur Oribasius (320-400) pessaria, die hij bijzonder nuttig vond voor aandoeningen van de baarmoeder. Er waren drie soorten tampons: de verzachtende, de bloedstelpende en de laxatieve. De bloedstelpende tampons werden gebruikt voor verzakking en waren vervaardigd uit met medicatie verzadigd katoen dat aan een touwtje gebonden was. Ze werden dicht tegen de cervix geplaatst

350

Om zwangerschappen te voorkomen schreef een Griekse arts in de vierde eeuw na Christus voor het eerst een chemische stof voor aan mannen. Vlak voor de seks moesten ze hun penis insmeren met een vloeistof uit het hoofd van een haan of met een mengsel van granaatappelsap met azijn of potassium aluin.

380

In zijn Enchiridon vernoemde Aurelius Augustinus (354-430) zijdelings enkele chirurgische ingrepen om foetussen te verwijderen, die in de baarmoeder waren afgestorven.

540

Aetius van Amida (502-575), arts aan het koninklijk hof van Constantinopel, beschreef het volgende recept:

"Het bevestigen van melktanden in de anus van een vrouw als magisch contraceptiemiddel".

Een ander voorbehoedsmiddel was het dragen van een amulet met

"Het zaad van bilzekruid verzameld nog voor het op de grond viel. Gemengd met de melk van een ezelin, een beetje mirte en een bes van de zwarte klimop, dit alles verpakt in de huid van een haas of een muilezel".

Hoewel volledig inefficiënt waren zulke bizarre methoden tijdens de middeleeuwen zeer populair in Europa. Ook het dragen van een amulet met de testikels van een kat of een wezel, stukjes baarmoeder van een leeuwin en zelfs de anus van een haas. Aetius raadde de mannen aan om hun penis in te smeren met azijn en de geslachtsdelen te wassen met pekel.

600

De Byzantijns-Griekse arts Paulas Aegina (625-690) was waarschijnlijk de eerste mannelijke verloskundige. Hij gebruikte bloedstelpende wollen pessaria en paste deze aan aan de baarmoederopening om de vrouwelijke ontlading te beperken. Dit contracteerde de baarmoeder als ze open was en duwde ze opwaarts als ze verzakt was.

610

De Chinese arts Sun Ssu-mo (581-682) documenteerde verschillende contraceptiemiddelen voor vrouwen die geen kinderen meer wilden. Deze middelen zorgden voor steriliteit en werden vervaardigd uit olie en kwik, die nadat ze een ganse dag hadden gekookt, oraal werden ingenomen. Het maakte de vrouwen niet alleen steriel, maar zorgde ook voor hersenschade en nierfalen.

700

Bij een Indisch recept moest men de vagina insmeren met een mengsel van honing en ghee of boterolie. Of sloot men de vagina af met olie vermengd met steenzout. De kleverige honing verminderde de beweeglijkheid van de zaadcellen en steenzout stond bekend als zaaddodend middel.

750

Een Sanskrietse tekst uit de achtste eeuw raadde vrouwen aan om te hurken boven een stomende pot met gestoofde uienn als ze een abortus wilden uitlokken.

890

De Perzische arts Muhammad ibn Zakariya al-Razi (865-925) documenteerde coïtus interruptus als contraceptie, het verhinderen van de ejaculatie en het gebruik van zetpillen om de baarmoederhals af te stoppen. Hij beschreef een aantal zetpillen met uitwerpselen van olifanten, kool en pek.

960

Een andere Perzische arts Ali ibn Abbas al-Majusi (925-994) schreef zetpillen voor met steenzout, die de vrouwen vaginaal moesten inbrengen. Mannen kregen de raad om hun penis in te smeren met teer. Vrouwen konden ook koolzaad gebruiken, sap van de wijnruitplant en de bladeren of vruchten van de treurwilg.