In het midden van de jaren 1930 bereikte de populariteit van de penny-weegschaal haar hoogtepunt in de Verenigde Staten met meer dan 750.000 verkochte exemplaren. Toen het nieuwe ervan afnam, bedacht men gadgets die de interesse moesten aanzwengelen. Sommige weegschalen drukten een ticket af met het gewicht van de persoon, zodat die zijn kilo's verborgen kon houden voor zijn wederhelft of toevallige toeschouwers. Daarna werden foto's van filmsterren gebruikt, waarmee verzamelingen werden aangelegd. Sommige van die filmsterren betaalden de bedrijven zelfs om hun beeltenis te gebruiken, op die manier werd hun naam gepromoot. De fabrikanten werkten ook hard aan het uiterlijk van hun weegschalen, zo werd er heel wat zorg besteed aan kleur, stijl en vorm.
In de Verenigde Staten waren de muntweegschalen jaarlijks goed voor zo'n tien miljard pennies. Ze waren verkrijgbaar in alle soorten en maten, sommige in de vorm van straatklokken, andere in de vorm van wolkenkrabbers.
In de jaren 1930 gebruikte men Dinitrofenol voor het behandelen van obesitas, maar het goedje werd vrij vlug verlaten toen bleek dat het staar en perifere neuropathie veroorzaakte. Deze vroege therapeutische tragedie benadrukte de noodzaak om de werking en veiligheid van nieuwe geneesmiddelen zorgvuldig te evalueren, alvorens ze op de markt te brengen.
Met hun Detecto-Medic weegschaal stortten de Jacob Brothers zich eveneens op de medische markt. men vond ze zowel in artsenkabinetten als in scholen.
Ook de firma Salter was zeer actief met weegschalen voor volwassenen en voor kinderen.
De eerste ondermijning in buikwandcorrectie werd in 1931 door de Franse Plastisch Chirurg Raymond Passot (1889-1933) uitgevoerd.
Salter ontwierp een stalen baby-weegschaal voor de firma Boot. De baby werd in een rieten mandje gelegd.
Het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet noteerde in 1933:
"Onder leken circuleerde er in deze dagen van 'afslanken' nooit een populairder discussie-onderwerp dan het verminderen van gewicht"
De New Yorkse uitvinder Abraham Pollak (1903-1968) kreeg in 1933 een patent voor de weegschaal die hij had uitgevonden. Het gewicht werd afgelezen en het toestel had gietijzeren hendels. Voor de rest is er over zijn uitvinding weinig gekend.
Een van de meest gekende imitaties van de Weber-weegschalen was de ‘Princess’ bad-weegschaal, een lage platform-weegschaal ontwikkeld door de jonge Duitse immigrant Carl Burkhardt (1888-1950). Burkhardt werkte voor de Narlor Heather Company uit Indiana. Die toonde het toestel voor het eerst tijdens een tentoonstelling van gebruiksvoorwerpen in Chicago en verkocht het daar voor de ongelofelijke prijs van $1,25. Het warenhuis Sears bestelde meteen 50.000 exemplaren. Maar Mathias Weber onderzocht de weegschaal en merkte dat ze vervaardigd was volgens een van zijn patenten. Via zijn bedrijf Continental Scale Works diende hij een klacht in. De Princess werd dan ook nooit geproduceerd. Maar Weber ging nog verder. Hij dagvaardde ook Hanson, omdat ook dat bedrijf bij het vervaardigen van haar weegschalen één van zijn patenten had gebruikt. De advocaat van Hanson onderzocht de klacht en kwam tot de vaststelling dat het mechanisme waarop Weber doelde zelfs niet werkte. De klacht werd dan ook ingetrokken.